uitgeleefde vrouw weggeloopen van een huis vol schreeuwende kinderen, om den met waardeering bedachten Beem te feliciteeren. Schuifelend en excuus vragend gingen zij rond, en hij, vóór zijn vrouw uit, zei zijn wenschen met zacht-zwaar gepraat uit zijn hreed-sensueelen mond onder de kaalgeschoren bovenlip en tusschen de zwartgrijze bakkebaarden in, met nu en dan een aardigheid, waarom de knokige vrouw trotsjes lachte: hij kon nog wel 's wat zeggen, al was-ie een arme schlemiel. Allengs begon de deurbel drukker te rinkelen, de Zaterdags-gekleeden drongen dichter in de open plekken om de tafels en langs de wanden; geluiden-mengsels der nog apart gebleven gesprek-groepen stroomden nu saam tot massaler gegons en de atmosfeer der kamer perste zich tot benauwder drukking. Langs Ouwe Beem heen schuifelden de nieuwe gasten over het nieuwe karpet zacht voort, naar telkens door Sam of Meijer bijgeschoven of nieuw-gehaalde stoelen: kleine gestalten meest, met sensueel-gees-tige, sluw-driftige en ook wel brute koppen, en verslagen dichterlijke waarin de doffe oogenglans de vraag van het hart uitzond en eindeloos weer binnenhaalde. Soinher-zwart en oolijk-rood, de verschijning van hun kleuren; gezond-normaal zelden, vet-voldaan, of heenig, en vaal-ontmoedigd van hopeloos afglijden een menschenleven lang op de zie-lenverscheurende steilten vlak vóór het slagen. De kleine aamechtige Davids kwam, met zijn vrouw, die een lachgroet neeg naar Moos en Naatje, het allereerst hier opgemerkt: David Koopmans, die, bijna doodgebloed manufacturen-kra-mer, nog met een lapje van twintig el ’s morgens de deur uitging om dat wèg te bedelen; zijn broer Kobus, gewezen kerkeraadslid, die stil bedeeling kreeg. Dan kwam de groote deftige slager, de jonge Ahrams, pas met geld in het stadje gekomen en stevig genesteld in een dik-beklante zaak: het eenig voor enkelen mogelijke nog om niet al dadelijk in de asch van al deze verbrande krachten te worden neergeslingerd.
Jette had vrouw Bart uit de keuken gehaald, maar dadelijk was Naatje opgesprongen om te helpen bedienen. Jette wou
78