De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



lénig maar Fransch op jouw schooltje.... inien vader heeft altijd gezegd: goedkoop goed is goed voor ’n kóótsen! voor ’n rijk man!.... ik kan de wereld niet anzien, ’t is allemaale mooi, maar aj ’t op de schaale legt, dan neemt de zomerwind ’t méé, verstaaj mien wel? wie hij mien met nijerwetsche lappjes in huis komt...., die gaat de deüre uit! dr uit! d’r aus!"’

„Eet jij dan maar ’n stuk hoterkoeke,” lachte Jette en schoof haar schotel bij, „da’s toch geen schuim, da’s ouwerwetsch spul, memoosches (degelijkheid).”

Maar hij had zijn grooten kop al weer laten zakken; hij zweeg verder zijn absoluten afkeer uit van al dit omringende, dat niet gebleven was zooals hij: stoffig en oud, met grauwe donkeringen van denken in wrokkend heerschzuchtige zelfvergoding; schraperig en bedriegelijk in zijn dierlijk geworden oorlog om een verzekerd bezit, en ook bezeten van drift naar eenheid met zijn Gods-beeld soms, en weldadig: vulgair-kleingeestig van hondschen haat zoodra een adem van zwakkere geesten óm hem was, en wel groot-somber mijmerend op de grenzen van heerschzucht en nietigheidsgevoel tusschen de ijzer- en voddenbergen van zijn kolossale pakhuizen. Zwijgend met opeengenepen lippen, weerde hij met zijn zwaaiende hand Jette’s aanbod af: nooit at of dronk hij dan in zijn eigen huis. Rozette, dichter naar Naatje geschoven, zag naar haar en Jette: ,,’k Ben werachtig bang voor ’m,” zei ze zacht met een snuitje vol ontsteltenis en behaagzucht, en zij stiet Meijer een oogenblik tot zijn hoogste geluk op, met ook naar hem te lachen. De zoons van Rosenstein zagen hun stil gepraat, maar bleven zonder opzien zwijgen en nikten dan even tegen Jaques de Vries, een binnengekomen slagertje met een rood gevlekt gezicht van een borreltje, dat gefeliciteerd had en bij Sam en Moos was gaan zitten. In een zangerig Brabantsch accent praatte en lachte hij moedig-weg veel en luid, hoewel men, nu hij in heeten zomertijd niet slachten kon, al tweemaal voor hem rond had gebedeld. Achter hem drentelde Lion Spier, een ineengedoken, al grijzende vijftiger, hongerig koopmannetje in alles, met zijn magere, bleeke,

77

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.