De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



haar oogen gebogen, de vertrouwelijke donkerheid van haar figuur waarnam onder het zaeht-hartstochtelijk wenschen door, zocht zij den wang van haar nicht en kuste terug en dankte „Omein, oinein, je zal ’t hij Moos beleven, hoor je? dankje.”

Naatje, terwijl zij snel zich omkeerde, lachte tegen Jette, om haar eigen vochtig wordende oogen, en liep dan op haar toe langs den hakkelenden Meijer heen en langs Sam, die een tikje reeër en zakelijker deed. Bij de dientafel prevelden de heide vrouwen eerst haar begroeting, dan haar wenschen, schuchter, beschaamd jegens elkander en vol wederzijdsche hulp in het negeeren van dien schroom. Beiden wisten zij het nu, bijna bewust, dat tusschen deze zoenen en de scheldwoorden van enkele maanden geleden geen verschil bestond in het diepste doel; dat zij toen hadden willen vrienden zijn en steunen en kussen als nu. en dat dit verzoenende weerzien niets anders dan de direkt beoogde winst was van haar smartelijk opgedreven vijandigheid. Zij wisten het heide, en Moeder wist het bij Naatje’s nadering, en Sam en Meijer, allen: zij haalden den oogst binnen, met pijnlijke zakelijkheid, maar innerlijk rustig en tevreden. Meijer, die, pas vrij van z’n benauwenisje weer opkeek, schoot in een verknepen lachje, dat-ie haastig wegnieschte in de hollende hand: die twee daar, die Jette en Naatje, ’t was om je 'n bochel te lachen, nou likten ze mekaar, wat ’n spulletje.... wat een spulletje, niet? Toen grinnikte hij met opgetrokken brauwtjes, waarmee hij zijn verwondering te kennen gaf, tegen mooie Ro-zette, maar zij bekeek zijn dun zuur-leelijk gezichtje zonder antwoordblik: hij zag haastig naar den grond, moeilijk na-lachend, de handen op z'n knieën.

,.'k Zal je maar geen cognac inschenken hè?” vroeg Jette, eindelijk even verruimd en nu gereed om Naatje met alle vriendelijkheidsaandacht te overladen.

„Nee," bedankte die. „we zalle same ’n advocaatje drinke, maar jij mot ook drinke hoor, anders doe ’k ’et niet....” „Nou. netiiurlik," zong Jette. „ik zal ’t doen.... neé, ’k hou ook niet van cognac.... ’n mooie bollero hé-je daar aan, erreg

75
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.