De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



denk nou 's na, en praat er maar ’s met je vrouwe over hoor....”

Eén seconde weifelde Joop. Hij zag een flitsende verbeelding vóór zich van de kamer met lachende menschen; z’n Vader en Moeder en de jongens en Jette en allemaal, opstaand om de tafel met wijnglazen in de hand en lioera’s in de kelen.... god, god, ’t was wel héél wat, zou-ie ’t doen?.... Hij merkte een behoefte naar vroolijkhcid in zich, naar feestgezichten, eén uur dan maar, in die sombere gesloten zorgendagen; hij voelde een heftige begeerte zulk een oogenblik in vriendschap tegenover zijn Vader te zitten en hem toe te klinken.... Maar dadelijk zag hij weer in die kamer de gezichten; daar z’n Moeder, ja ’t was wel z’n Moeder, maar God, niet om mee om te gaan, en daar die slabberdepap Jette, waar-ie nóóit houvast aan had en die hem daarom een ergernis kon zijn, al meende ze ’t dan zoogenaamd goed met hem; en die eeuwige snotneus Meijer en gniepige Sam: Sam, pestkop, nijdige broodhater.... en dadelijk stond zijn sterkere persoonlijkheid in hem op, het verzet tegen de bekoring van één uurtje, en het duidelijker kennen van zijn grauwe sof: thuis de vrouw en de kinderen, lieve dingen met, allen, iets zacht-angstigs voor hém, een liefelijkheid en een benauwing voor hèin, en arm aan alles, ja arm. Ja.... zóó moest-ie ’t maar blijven bekijken; nee, hij verdómde ’t toch....

„Je spaart te vloeken en je spaart te vragen,” besliste hij, terwijl hij zijn Vader’s hand losliet en tot vergoelijking daarvoor zich naar hem overboog: „geloof mij maar hoor; ’t is toch zóó veel beter....”

„Nou. nou,” zei de ouwe bijna geraakt, „a’j dan niet wilt jonge, dan kan ’k er niks au doen hoor.... ‘k heb m’n best gedaan....”

,,’m Ja,” zei Joop bitter en liep haastig de Sjoel uit, buiten zijn Moeder en de jongens zonder groeten of oinzien voorbij. Ouwe Beein gaf nog veel laatkomers handjes; dan, dicht bij de deur, tikte zijn neef De Beer, de eenige nog levende zoon van zijn Vader’s zuster, hem op den schouder. Hij was even ouder dan Beem. en, daar hij rentenierde, dikwijls zijn geld-

61

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.