De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



vóór het huis, kwam ze aangetript, de zachte fijne koninklijke Bruid, om door zijn ouwe handen de breede plooien van haar kleed in vertrouwelijke aanbidding Ie doen vatten.... O, hoor nu de stem toch komen, zilverjoelend en zacht; de stem van de Bruid deinde week golvend door de kamer-warmte. En haar lach was de blijdschap, de Bruidlach was liefde; zij lachte in den avond en de urenhardheid vertee-derde zich; zij hoog zich over den dag en hij vergoudde zich onder haar schijn. Zij stortte haar soepelheid in een wonderlijken vrouwenlach over hem uit; zij dompelde den avond in klaterjoelende weelde.... O, wat zag hij duidelijk alles zich tooien waar ze aankwam; alles, alles, het kil-leelijke, het geproefd-vieze van menschen en dingen rondom, gleed weg als een wangeur in het geruisch van rozen dat er machtig over kwam waaien.

Heel, heel stil wou-ie nu blijven, zóó even, onzegbaar en onberoerd-alleen in het geluk.... een geluksstrooin uit zijn keel, ademnijpend, tot in het binnenste van zijn hoofd, en een goudig-roode warreling, met heller rood en verstippe-lende schemerplekjes ömstoeiend en krielend en stil hoog omjuichend zijn slurpende oogen en zijn voorhoofd, dat zich voelen deed als een elpenbeenen wand.... Nee, nu wou-ie naar niets ómzien, niet naar Jette of Moeder kijken wou-ie, niet naar andere kamerdingen. En niets verzetten of neigen daar boven in zijn hoofd naar vèrweg-vreemde-andere dingen. Nu enkel vóór zich wou hij zien in dit heerlijke hoek, en denken aan Sjabbes.... de mooie lieve Sjabbes. Dat had hij alleen, dat hadden alleen de Joden, nee, de Joden zooals hij.... Over de heele wereld zaten ze nu zóó, en de vrouwen staken de lichten op hoven de bizonder gedekte tafels.... De armsten en de rijksten hadden óm zich de eerste juichende verteedering van het feest.... Alles was mooi.... heel liet leven was mooi; zoolang er Sjabbes was en Jontef, kon je lièf-liehhen en vergeven; het bestaan was alleen voor de vreugde.... en Jontef en Sjabbes waren de vreugde: niet in de ellendige zaken zijn en niet met de vijandige hoeren omgaan en niet misselijk vriendelijk moeten zijn in den winkel: ze kon-

48
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.