De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



opstand van zijn even gepassioneerde leden, en van den plot-selingen overgang als in een smadelijk verstinkend doodblus-schen van kleine vlammen, rilde een huivering door hem heen. Toen hij Vader met een haakslag in Moeders arm, haar naar hinnen zag sleuren, eindelijk nu van zenuwen de sterkste, stond hij te bedremmeld om mee te helpen.

„Snotneus!” hoorde hij in zijn ooren snauwen. Verschrikt zag hij op. Broer Joop, van de overkant, zoo lang mogelijk achter zijn ramen gebleven, was nu naar buiten gekomen en met opzet tegen hem aangeloopen. Meijer zag hem een paar jongens op zij schoppen, Moeder voorzichtig maar stevig hij de schouders nemen en haar achter Vader aan, in het voorhuis duwen en de deur sluiten. Kalm, zeker, met breede passen, wandelde hij terug naar zijn huis.

Onder het saamgedrongen volk krioelde een woeling van heengaan. De klit ontpropte zich, verkruimelde tot troepjes verderop van twee en drie met lachen en spuwen over de straat. Tusschen Naatje en Jette in hadden zich, nu Moeder naar hinnen was, menschen gedrongen en het werd nu een verhalen aan enkelen, die langzaam bijgekomen waren en sinds het begin van de ruzie partij hadden gekozen. Bij Jette stond ook de juffrouw van den hakker, blond en dik, met hoogroode kleuren; zij beredeneerde schuine verwijtblikken naar Naatje en de haren. Die stond uit te leggen aan twee jodenvrouwtjes, eén lang-gebogen en schrompel, eén kleiner en dik, met bleek-vleezige wangen. De gebogene was mottig, ouwelijk gerimpeld, met sterk uitbeenenden hultneus, grijs geplokt van haren onder den hoed irtet git: de ander, uit de straat zoó naar buiten geloopen, buurvrouw van Naatje, had het voorhoofd hoog en blank: het gitzwart van een bandeau over het donkere jonge haar.

at moet je doen?” redeneerde Naatje, ,,’n oud mensch blijft ’n oud mensch.... de ouwe inagge alles doen.... je moet je stil houe, al vermoorde ze je.”

Maar de kleine dikke riep hardop, dat Jette het zou hooren: -Nou. ik liadde er dan op ’r gezicht geslagen, al was ze nóg eèns zoo oud geweest, ’n oud of ’n jong stuk treiter, ogh!

37
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.