De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



dienstigheid in, „die centen zul je moeten verzieken, die je daarvoor in je zak heb gehouwen, versta jè?”

Het ernstige hoofdnikken en de joodsche vloek deden mannen en jongens achter haar bulderlachen van pret. Vingers zochten grabbelend achter een kies, een pootige hand mikte, en in Moeder’s hals kletsspetterde een tabakspruim stuk en viel over haar kleeren heen, een nat-bruin plekje klevend op den zwarten boord van haar japon. Brutaler grinnikend, blijer van nu werkelijke lol, golfde gelach uit meer zware keelen, doorschetterd van vrouwengeluid; de fatsoenlijksten konden zich niet strak houden. Naatje, Jette, Vader schrokken. Jette zag nu angstig naar den kant vanwaar het gekomen was; zij gaf Moeder een duw om naar binnen te gaan. Naatje die dadelijk wist, dat dit geen partij-kiezen voor haar was, maar alleen de kwak tegen de ouwe jodin, voelde ook den trap tegen hen allen daar, dat die pruim gemikt was op hun vijven, een spuugklodder voor de ruziënde Joden. En ze was een oogenblik stil; plots warm-doortintelende rasdrang drukte zwSkjes de nabeving van drift en minachting in haar neer. Alleen Meijer, even na-plezierend nog van den gijn om het mik we, zag ineens, verrassend-oolijk, dat aanzweven van die schaduw en de spattende klodder kauw-tabak op dat argelooze halsbleek, en het opschrikken van het in de ver-wensching bewegende hoofd. En het gaf hem een tintellol-ligheid, een klokketik geluk. Hij schoot in een klein, rauw, zenuwachtig lachje, en schrok toen van zijn geluid. Maar dan onmiddellijk, met een blik op Vader, had hij een ziek gevoel van schaamte als een bloed-opstijging; en het pleziertje lag verstikt in zijn keel. Toen vond hij zich opeens voor zijn moeder staan, met in haar bekend-kleurigen hals de vuil-bruine plek van de in haat toegekwakte pruim. En daar kwam dan, één oogenblik. de begeerte branden, om rond te hakken tus-schen dat zoodje daar achter zich, met bijlen en messen, en stuk te snijden de grijnzende wangen en uit te steken de haat-lachende oogen. Enkele tellen vlamde het rond in zijn keel, schroei-schurend langs de wanden. Maar de kleine angst, uit de kennis der altijd beluste overmacht, verlamde den

36

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.