De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



grijnzende mannen in. Angstig-huiverend zag ze om, of ze het verstaan hadden, de jongens, de vrouwen, de fabrieksarbeiders, met hun onwetend grinnikende gezichten. Het was de plotseling ontzenuwende ellendigheid van haar intiemste heimelijkheid onder de blikken van de onthutste menschen kil en fantasie-loos vertoond te zien. Ze had het kunnen tegenspreken, belachelijk maken, maar nu het hier, als een nu alles voor goed afrekenende slechtheid werd uit-gekreteu door de haatstein van een, die dit zag als allergrofste zonde, als lage, rauwe schoonheidschennis, nu had ze niet de kracht, iets tegen te zeggen. En mede in het overrompelend gevoel van zelfversmading stond zij tot wanhopigheid toe verslagen. Maar dan dadelijk daarop, terwijl zij haar schuldbesef uit ijdele zelfverdediging onderdrukte, kwelde de wond van de beschaamdheid, en de woede en de minachting jegens Tante Saar, die haar dit alles had aangedaan. Niet uit drang tot breken was ze niet naar het bad geweest: uit leegheid en onbegrepen gemakzucht, uit onwetendheid waar ze gewild had, liet zij haar Joodsche wetsplichten na; men had haar hierop niet attent gemaakt en met de andere vrouwen was ze al zoo lang kwaad. Maar tante Saar, na veel gretig gebabbel met de vrouw die het had bediende en door fluistergeroddel van vrouwtje naar vrouwtje — ze kenden de intieme situatie van de vrouwen uit de heele kille — was het gewaar geworden, dat Naatje niet kwam, nooit. En ze werd een „frotte gojje” gevonden, nu ze dat zelfs durfde laten. Zoo, nu tante Saar het eindelijk los liet, plofte de schrik-schaamte ervan in haar neer. Achter haar stond Meijer te grinniken om het intieme geval.... ’n vrouw die naar ’t inikwe moest.... verdomme, dat zou Moeder hèm anders ook niet vertellen.

..Hoe is-ie? Hoe is-ie?” plaagde Jette. Zij knipte met de oogen naar Naatje en hield den korten dikken nek met le-venloozen trots onder den hehaarden, slordigen kop. „Fijn hè? Lekker!”

„Die centen,” dreiggebaarde Moeder kalmer, en haar haat, onpersoonlijker, dreef zich bitter tegen de vijandige ongods-

35
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.