De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



zegt: „ik ben jong geweest en ik ben oud geworden, maar nooit heb ik gezien den rechtschapene die om brood bedelde.” Alsof hij bij anderen of zichzelven tegenspraak vreesde, zoo snel brak hij af en wenschte hen toe zich ook het laatst van den nacht te vermaken.

Hierop zaten zij aan en soupeerden lachend en joelend ondereen, terwijl telkens iemand van tafel opstond en stil naar den bode of zijn vrouw liep, om heimelijk zijn fooitje te geven. Maar 11a het eten begon weer de piano met de viool te spelen, en vierden zij het minder officieele hal, wat luidruchtiger nu dan vóór middernacht.

Tot de morgen den meesten de wrange nadering van den werkdag toeplaagde, dansten zij, in steeds minder groepen, nog om en om, steeds woeliger en slaperiger; in het kinderlijk geluk van voor één keer uitfeesters te zijn. Dan gingen eindelijk ook de laatsten, moe en onbewust weemoedig, weer loom naar het komende dagenleven.... Och, ’t was niks, niks.... me zag er wel’s lang naar uit.... maar ’t was zoo gauw weer voorbij.... voor lang, tot Poerem over een jaar....

233

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.