De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



de gedachte aan zijn vijandig gewaanden vader tegenover zich, en de lust ook tot hem niets bloot te geven. Het was een benauwde kropping van inspannend overwegen en terughouden, die hem zweetend voor zijn vader deed staan met zwaar-bedwongen hij gingen. Maar ’t gaf toch niks, dacht hij toen weer.... of-ie wat merken liet.... ’t was er tóch.... achter in een hoek van de schuur op de plaats.... en as-ie ’t vertellen zou.... dan ging ’t hij de ouwe thuis over de tong, dan zouen de jonges d’r over praten en de vrouwen zouen misschien oggenebbiesch zeggen. Ogod nee, nee, niks d’r van.... als ’t ongeluk er nou was.... dan was ’t er tóch.... dan gaf dat niks.... niks en niemendal....

„Hoor es,” zei hij, „gaat u nou maar weer dansen, en laat mij maar baas over m’n eigen zaken, da s ’t heste wel dat je doen kunt.... laat u mij mijn eigen zaakies maar opknappen, ieder heeft wel genoeg an zijn eigen zorregen, hè?”

De ouwe zag hem pijnlijk aan; in de laatste woorden pas voelde hij de nu niet tegen te spreken nijdigheid, die sarrend trots spotte, en alle medelijden afstiet. Ja, hoe kón ’t ook anders, hij moest immers wel denken, dat hij, zijn vader, daar oók deel an had....? hoe kon Joop weten, dat hij daar zoo tegen had gevochten?.... Schlemiel.... als ’t ’m nou maar niet verkeerd liep.... als-ie nou maar goochem was en uit de handen van de politie bleef....

„Och ja,” zei hij smakkend met de lippen, om hem te kennen te geven, dat-ie toch alles begreep, „je hebt gelijk jonge, nou dan he'k niks gezegd hoor.... en.... en-è....,” zei hij langzaam, om hem met klem te doen hooren en zag hem daarbij scherp aan....: „è.... dan is d’r geen rechercheur geweest hoor....! ajuu!”

Joop keerde zich om, overal doortinteld van zenuwen, in zijn armen, zijn beenen, zijn lijf en zijn roezige hoofd. Maar moordend neep de radeloosheid in zijn keel.... Wat te doen?... godogod.... wat nou.... wat nou....! Zijn bewustzijn kromp ineen van angst voor de gevangenis, waaraan, als het lood bij hem gevonden werd, niet te ontkomen was. En tóch kón hij het niet loslaten, nu het voor een kleinigheid ingekocht,

227
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.