De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



haar Poeremfooi zou ze zich alvast geen week zat eten.... die speelt met de broodwinning hoor....”

Ouwe Beem die alles verstond, alleen maar doorlas in de hoop dat ze als hij geen antwoord gaf tot rust zou komen, zag eerst pijnlijk geplaagd van terzij naar haar op. Bekeek dan bitter glimlachend haar geweeklaag.

„les! ik verscheur daar bij God die frotte krant hoor.... o, hoe kan me zóó iemand laten afsarren.... hoe kan me zoo iemand laten billen.... was ik d’r maar uit.... o, God laat me d’r maar uitgaan!”

Even tintelde Beem’s grauwe oog, beefden de nette baard-punten bij het triestig vertrekken van zijn mond en de rie-tenstoel kraakte onder zijn zuchten. Plots voelde hij zich weer gebeten, door elkaar geschud, en toch onmachtig zich te verdedigen, waar ze hem trapte en kneep en treiterend omroesde; hij wist zich te sterk om terug te slaan naar haar sukkelige zwakheid. Zij, de bril in de hand, zat opeens als gemarteld, döf-afwachtend slag op slag, ouwelijk berustend langs hem heen te staren. Hij zag haar heel droef zoo, in haar voorgespookt verdriet, ineengedrongen, kleiner dan ooit, bijna schreiend loenzend langs hem heen met haar groote blauwig-omwalde oogen, mager-gelig, baardig en verschrompeld, de neus leelijk groot nu de bril er niet wipte en een pijnlijk rooie gleuf schroeide waar de veer anders kneep. Eerst, woedend, toen ze hem aanviel, had hij wat terug willen schelden; dan, verstandiger dadelijk, met die kalme macht tot overwegen, die alleen Joop van hem gehouen had, wou hij haar afsnauwen, om haar wakker te schrikken uit dien klaagroes, die hem verveelde en haar ziek maakte. Maar toen hij plotseling haar zoo ziekelijk-droef zitten zag, bijna schreiend van verbeeldingssmart, kinderlijk-inéengekrom-pen, moê-levend, hield hij snel zijn hatelijkheid in, en ook zijn afstraffing, plotseling door weekheid neergetrokken. Het was zoo telkens, of hem iets liefs werd afgenomen, of ze hem in hun ouderdom verraderlijk alleen liet staan, de eeni-ge toch met wie hij, nou Joop weg was, had kunnen praten: een enkele liefheid maar over vroeger jaren, heel vèr, van

16

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.