De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



is geen kind, om de verdommenis niet!”

„Och,” redeneerde Naatje, „kletse jullie niet, as dat nou alles is wat je d'r tege heb, dan is dat niks. Dan gaat me mannetje morge of overmorge naar Amsterdam, en dan smoest-ie ’n beetje la-la-la met de Kalle, en dan houwe we ’t andere jaar gassene. of misschien nog wel gauwer.... hoe lijkt u dat tante Saar? nou?” lachte ze over de tafel heen haar toe: „hè? da’s zoontje nommer twee die onder de goppe gaat hè? heb u trek in een gassene?”

„O, erg, erg trek, ik kan m’n trek niet op,” kniesde Moeder, „schei maar uit. voor mijn zijn d’r andere dingen om an te denken. Ja, gassene, gassene, daar heb ik allemaal geen hoofd meer voor.... Ik kan ’t wel zonder gassene’s af, best.” „Och kom!” sprong Moos op, „u maakt d’r wat van! ik wed, as ’t eenmaal zoover is, dat u ’t langste opblijft van de hèele boel, allemaal die der zoo praten, die doen daarom nog niet zoo. Nou, ik heb d’r wel lol in, in ’n goeie gassene, ik heb in lange geen pleziertje gehad, *k zal godverdomme dansen dat de heele boel mesjogge wordt, wat jij Na?”

„Nou hè,” lachte Naatje lekker, die een uitkomst zag in het glimlachend zwijgen van haar oonie les, „ik dans de menuet dadelijk met oome les, daar kan ik ’t beste maat mee houe. Wat, oome les? hè.... oome les die danst zoo licht. Jullie benne allemaal van die houte boere, maar hij Oome les daar voél je je niet hij. Nee, dat zeg ’k nou nerges om, maar dat is zal ’k sterve waar, ik dans altijd wat graag met ’in.”

Vader, die hij Sam’s volhouden dadelijk angstig begrepen had, dat-ie toe had te geven, daar hij in naam geraadpleegd werd, maar toch aan de jonge krachten de dingen over moest laten, zat zich op te dringen aan den noodzaak der feiten: of-ie praatte en opspeelde, of weigerde, och, als Sam doorzette, zou hij dan niet meemoeten? hij kon de zaak immers niet voeren, hij was niks meer.... Langzaam liet hij zich sussen, door Moos en Naatje, door de eigen hoop, dat Joop zich er wel doorheen zou slaan, eindelijk door den troost, dat, als het ook misliep, hij er toch niets tegen doen kon. En zoo gaf hij zich over aan de schikking van den niet weg te drin-

124
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.