De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



„Mc moet wat toegeven, met recht eer ze je daar stikken laat,” zei Moeder; „’n zorg, wees jij maar de goochemste, en hou je kalm en wind je vooral maar zoo niet op. Is het anders nogal een flink meisje? Een meisje van Spier, niet? Nou, ook een zorreg.”

„Ogh!” wierp zich Sam met het gebaar van een tevreden zakenman achterover in zijn stoel en loosde zijn minach-tingslust op de dochter van den armen voddenjood, „wie d'r al niet vrijt, wie d’r al geen aanstaande heeft tegenswoordig. Wat bin ’k misslijk.”

„Hè, god,” smeekte Naatje naar Moos, „doe me nou een plezier en doe je andere jas an, niet? je heb toch nog wel een ander jassie om an te trekke niet? En ga me daar nou niet met je vethande an de stoel legge asjeblieft ’k Zal voor je op me knieë gaan legge, toè dan! Ja,” gaf ze Sam antwoord, „wat zeg jij daarvan? Net hoe je zegt, wie d’r al geen vrijer het tegenwoordig; ik verzeker je, ’n goed hemd met permissie het ze niet an ’r lijf, maar een aanstaande het ze toch!”

Met een zucht naar z’n oome les stond Moos op, veegde zich in den winkel de handen af en liep naar achter om een andere jas te halen. Naatje schonk in kopjes inet in koud-blauw uitgevoerde motieven van het ras dat het behang verluchtte, en die ze „stijlkopjes” noemde, haar sterk-geurende koffie; en uit geribd-glazen gebakpotje, met nikkel omrand en ge-hengseld, presenteerde ze bruingebakken boterkoek. Voor de tafel, de mouwboorden omgeslagen van haar zwart-luste-ren japon, zette ze zich tot drinken. Vader had zijn hoed nu afgezet. Hij zat met zijn hand te strijken over zijn glimmende, op dc kruin enkel nog fijn-grijze hoofd, en bewreef dan zijn gezicht, bekneep zijn neus, en afdalend naar de kin, eindigden de vingers met de baardslierten naar weerszijden genoe-gelijk uit te punten. Hij wou niet het eerst beginnen. Hij was de eenige hier, die van dat in vergadering behandelen van een huwelijk nog eenigen afkeer had, al kon hij niets leelijks of zondigs zien in het fatsoenlijk bijeenbrengen van twee jongelui tot degelijken sjiddesj.

„Nou?” haastte Naatje, die ongeduldig lachend met haar

117
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.