eerst maar eens de vrouw, dat komt nóu aan de beurt hè? jazèker.... nou, verder veel Simges hoor, Beem, adieu!” „Dan hij u toch óók gauw,” glimlachte Sam haastig, nog hlij dat-ie zooiets gevonden had. Meijer had er ook een gijntje op: „Hij wil u eerst de pille laten slikken, meneer Kan,” zei hij, „hij denkt, je bent toch de voorganger, doe ’t mijn dan maar eerst ies voor!”
Kan schudde schertsend-afwerend het hoofd. Met ambtelijke vaardigheid zei hij: „Wat hij denkt, dat weet u niet,” en met een groet naar de anderen, ging hij met Gomperts, Wolf en Van Lier ook heen.
„Gaat u ook mee?” vroeg Moos naar De Beer en tante Nette, die enkel nog waren overgebleven. Sinds Moos met zijn trouwen wat geld had gekregen, sprak De Beer nu en dan wel met hem over handel. De eerste en laatste gasten nu, die den feestdag op den maaltijd na, naakt en ontgeurd achter zich lieten, gingen zij heen. Tante Nette, die handjes rondgaf, zag van Moos naar Sam en van hem naar Naatje, die zich te klee-den stond. Zij hunkerde naar de oorzaak van de plotselinge en zeldzame intimiteit die zij straks tusschen hen gezien had.
„Ziezoo jongens,” zuchtte ouwe Beem glimlachend, toen de De B eers en Rozette hem groetten, „dat hebben we alweer gehad.” En zijn vrouw zei het hem na, hlij, dat de roes van de drukte om haar weggetrokken was.
Maar Moos, die niet alles onberoerd kon laten, profeteerde met gewichtig geladen geluid:
„’t Mooiste kedootje komt nog, oome les." Hij drukte met onderscheidende stevigheid Sam de hand.Naatje lachte mee: „Wacht maar is, jullie zalle is zien: we binnen lang niet voor niks hier geweest.... van ’n simge komt.... jullie wete wel....”
„Van ’n gassene komt ’n gassene.” lachte Meijer, „maar hier is toch geen gassene geweest?”
„Van ’n verjaardag kan óók n gassene komen,” plaagde hem Moos.
„Loop naar de verdommenis!” lolde Meijer, die Sam’s kleu-
112