De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



hij zijn concurrentie verstevigen zou? Toch kon ’t nou geen grap meer zijn, maar mal hleef ’t, nou z"n eerste verrassings-roes zich tot klaarder, hoewel nog nerveuse kalmte getemperd had: dat zij, Naatje, hem twaalf en een half mille van den oom zou laten opstrijken, om hun de koeien op de markt of bij de hoeren onder de handen te kunnen wegkoopen, zooals Moos juist wel aan hèm gedaan had. Maar dan weer telkens, in de allengs verkalmde kamerfeestelijkheid, keerde dat gelukkige weten, dat-ie van z’n vader's zeventigsten verjaardag iets degelijks over zou houden: iets zoo lang en hevig begeerd, zoo onrustig en met veel grievende teleurstellingen nagejaagd, en dat hem nu maar zoo heerlijk-plotseling werd toegewezen. Heerlijk plotseling, ja, maar nu hij de zekerheid ervan merkte, nu strekte hij, in zijn verbeelding, zijn hand ernaar uit. en hij gréép het. En terwijl hij het greep, stelde hij vol naastende gretigheid vast, dat het wonder zijn recht was, want opeens nu wist hij het: hij wist dat het tot zijn leven behoorde: dat was het rechtmatige geluk van de zijnen, van zijn stand, van den handeldrijvenden stand, van den winkelstand. Hij was niet vertrouwd genoeg met het geld om het kalm te nemen; hij nam het nog opgewonden. Maar hij nam het: het kwam hem toe! Die oplossing sloot eindelijk den berekenenden twijfel, en glimlachend stond hij er opeens te droomen, van de goeie zaak die nu komen zou, en de groote serieus-blije levenswijziging van: de vrouw; hij zou nu verder geen kwajongen meer zijn, gijntjes laten — menschen groeten je op straat als ze je, met je vrouw aan den arm, tegen komen. Zij was een dame, een sjieke Amsterdamsche dame....! van zijn stevig-rechtend lijf hoog zijn kale onbeduidende hoofd omlaag, starend naar de verbeeldingsdingen, tot zijn lippen vleezig-dom vooruittuiten als van Jette en Meijertje, Hij zag niet, hoe de Rebbe hem de hand toestak en schrok op, toen de anderen hem riepen. Naatje en Moos zagen elkaar aan en lachten knipoogend. Kan glimlachte groot-goelijkjes, terwijl hij hem de hand tot groet toestak: .. n Beetje te droome?" speelde hij de minzame geestelijke, ..ja jonge, dat duurt nog een heele poos voor jij zoover bent:

111

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.