De een zijn dood ....

Titel
De een zijn dood ....

Jaar
1933

Pagina's
264



weer op, terwijl hij zich naar voren boog en zijn rechterhand hief waarvan de wijsvinger nu heftig zwiepend den uitge-schreeuwden klem van zijn ontknooping begeleidde,„gij mort niet; gij zégt niet: laat ons niet optrekken! gij zijt blijmoedig gebleven en godvreezend! Gij hèbt niet gedaan als zoovelen onder het volk! als zoovelen, die thans het hoofd opsteken! als zoovelen, die morren! en zeggen: Wat moeten wij doen in dat land, wat moeten wij daar beginnen! wij zijn hierheen gelokt, opdat wij omkomen zullen met onze vrouwen en kinderen! Gij doet niet als die velen, die er thans onder Israël zijn en die zeggen: Laat ons toch nemen wat er is! laat ons ge-looven alleen in wal wij zién kunnen met onze oogen! laat ons toch niet luisteren! naar die dwaze stemmen van de rabbijnen, die spreken van een toekomst! van een heilig land! van een leven hier namaals! waar wij niets van weten! Die zeggen: Laat ons dan toch nemen, wat we krijgen kunnen! Gij hebt niet gedaan, als zoo velen, die het geloof van onze voorvaderen ontheiligen! door hun eigen weg te gaan! door den heiligen Sjabbos en den heiligen Jomtof te ontwijden! e-door de Touro, de heilige Touro, aan Israël op den berg Sinaï gegeven, te verumarloozen en te beschimpen! door Israël zelfs met geweld te willen verzwakken, Israël miskend, Israël verguisd. Israël vertrapt en gesmaad! Gij hebt het land gezien in al zijn rijkdom, in al zijn weelde, in al zijn leelijk-heid en zijn kwade machten! Maar gij mort niet! Gij zegt tot het volk: Kom, laat ons optrekken! Want als God wil, dan zal Hij de reuzen verslaan! en overleveren in onze handen! Gij doet als Kaleb en als Josua; gij zijt blijmoedig gebleven. En als eenmaal de dag zal komen, dat gij voor Gods rechterstoel zult worden opgeroepen: als gij eenmaal zult gekomen zijn aan de grens van deze woestijn: dan, dan voorzeker zult gij ook komen daar. waar bet land is vloeiende van melk en honing; daar. in dat heilige land, in dat ware land, waar ons leven pas begint; in Gan Eiden, in de bof Eden! En daarom hopen wij, dat God. geloofd zij Hij, u nog voor ons sparen zal in lengte van dagen, opdat gij uw mede-joden zult sterk maken tegen die reuzen; opdat gij hun vrees voor die kwade

107

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.