vrees voor die derde zware hamer op het aambeeld, de geplunderde menigte, die elk ogenblik mee kon slaan zonder de beide andere hamers te raken. Belerend sprak hij dan weer van de uiterste lichtzinnigheid, waarmee alle volken van Europa dansten en in ontucht lagen op de gloeiende bodem waar de Pest was binnengekomen of in aantocht was. Zij zagen de nadering van de Hemelse Straf, verzekerde hij met naar voren gedrongen hoofd, in de hoop die zijn beklemdheid poogde te doordringen, Velen van de hogere geestelijkheid begrepen dat,’ zei hij. En wat deden de Christenen? Zich verdeemoedigen en boete doen? Ja, die paar duizend Geselaars, die deden boete: met moord.
Hij was nog juist niet rijk en machtig genoeg, om hen zonder gemeenzaamheid toe te spreken, en zo ontlaadde hij dan voor een uur zijn benardheid, met zijn klacht over de Joodse stelling in de samenlevingsoorlog van zijn dagen, en vooral ook van zijn eigen stelling. Charitz en Kalman raakten opgelucht, niet door zijn woorden, maar door zijn vertrouwelijkheid. Hoe bedrongen hadden zij eerst gezeten, en nu blijkt dat die Salomon een Joodse mens is als zij; het verschil tussen hem en hen, uit het Gelderse en Sallandse, is zo groot niet als zij eerst tot hun bedruktheid ondervonden. En zij geloven iets moediger dan gister deze wereld verder te zullen binnentrekken, iets meer naast Fantin, dien zij tot straks toe alleen maar durfden volgen. Want in Salomons opgewonden verklaringen, verzekeringen, beleringen, verbeteringen, angst-wekkingen en gevaarbezweringen is geen de minste orde of overzichtelijkheid. Hij zweet, evenals hun zwakste vrienden, zijn kennis uit naast zijn gevoel van onmacht, zijn woede en vergeldingshunkering door zijn verslagenheid heen, zijn bezetenheid van zelfzucht bij zijn onontkoombaar besef van saamhorigheid. Zijn vierkante kop met de rode wangen en de zwarte ogen in het grijs geel van zijn wijde baard glom van