De gouden kroon van Beieren

Titel
De gouden kroon van Beieren

Jaar
1952

Pagina's
304



Keulen, in een bijna vernederende eerbied, hem zijn jongste dochter aangeboden, zodat hij daar, in een hoek van het bewogen vertrek, zijn beker wijn in de hand voelde trillen, en nog juist genoeg beheersing vond om hem, Mozes, te danken en te verzekeren dat hij erover na zou denken? Zeker zal hij er over nadenken en niet weinig ook, en het is goed dat Mozes van Keulen in deze roes van vertrouwen en eerbied die Fantin omwolkt, misschien teleurgesteld maar niet beledigd is. Want nu is immers deze rijkelijk gezegende Ricia gekomen, juist nu, alsof God hem in de zwaarte van een keuze beproeven wil. En ach, een opwaaiende drift moet hij in zich bedwongen houden, om het meisje met de blanke ivoorkleurige huid en de ernst van haar optreden, tot de zijne te maken. Maar God van Abraham, hij is toch die timmerman niet, hij moet wachten. En hoe dankbaar, dat weet hij, zou hij anders geweest zijn met Mozes’ voorstel. Zo is het leven, maar hij moet blijven streven naar dit allerheerlijkste.

Fantin, dacht Mozes van Keulen, zal stellig een groter huwelijk in gedachten hebben. Grote mensen hebben recht op grote verlangens.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.