62 sam: goudsmit
terugsturen? Zouden de menschen, die feliciteeren kwamen, vragen vanwaar die kwam? En er door gehinderd worden? Leefden ze niet inderdaad voor een deel van de bedelcenten van Lijp Gotspe? En hij schertste maar, toen zij uitviel, dat er een vloek op het gebak lag: was het dan aardig, om dien buiten de deur te gooien en een ander te laten slikken? De wereld moest zijn beloop hebben. De wereld was niet tegen te houen.
Maar de weinige buren kwamen gelukwenschen, en Soore, merkend, dat zij twee soorten van eergevoel bezat, — een voor de onmedeplichtigheid aan haar dochter’s schande, en een voor de gastvrijheid van een stukje zoet en een glaasje aan te bieden — had spoedig met het laatste het eerste uitgedreven, en sneed de prachtige cake aan en schonk de flesch port uit. En de zoetigheid werd gegeten en de wijn werd gedronken, zonder dat Soore of haar man zich er maar in het minst aan vergrepen ha.dden; alleen Sjimmie had in stilte een brok van de heerlijkheid toegestopt gekregen, en dit was, behalve het niet geheel ongedwongen geschenk van neef Salomon’s deukhoed, dan ook al wat hij aan aardsche voorrechten dien dag had gewonnen. Alleen was zijn broer Jijs gekomen met zijn zwak vrouwtje en het kindje dat hij als eenige voordeel tot nog toe uit zijn vroege huwelijk overlegd had; en hij had uit zijn broekzak een doosje te voorschijn gehaald en het Sjimmie gegeven als een teeder geschenk. Het was een doosje potloodjes, wel twaalf, netjes gelijk gesneden en met fijne punten, in twee keurige rijen van zes in het fraaie, cartonnen doosje. Dit vond Sjimmie een heerlijkheid, waarmee stellig menig uurtje te krabbelen en te knoeien was, en namen te schrijven en poppetjes te teekenen op al het papier dat maar als overbodigheid in dit huis mocht