HOE DE KLEINE SJIMMIE NEETER BURGER WERD II 6l
en fel in vlijmende wonden, die de kracht van haar verwachtingsmoed langzaam zouden uitputten. En haar denkenskracht eindelijk schichtig verbruikend in dat verwachten en tooien en keurend doorproeven dier simpele vieringen van het lichaam, was zij dankbaar voor de oogenblikken, van wellevende vriendelijkheid doorwarmd. Ach, zij hoefde over eenigen strijd met haar ouders het zich niet zoo moeilijk te maken; zij vond dat zij goed gedaan had, en het was alleen jammer, dat men kwaad was — want waarom zou men niet evengoed in vrede kunnen leven? Nu durfde zij niet eens geluk gaan wenschen met Sjimmie’s aanneming; en zij waagde het dus maar een flinke cake te sturen en een goede flesch wijn; en die zending was haar als een heimelijke streeling van de sjofele, vertrouwelijke feestelijkheid thuis.
Chajem had daarover een oogenblik den drift- en spijtuitval van zijn vrouw moeten aanhooren; haar spijt kunnen deelen en haar drift niet willen bestrijden, en haar onzekerheid niet goedkeuren toen zij hem bezwoer, dat hij zijn dochter weer thuis moest halen, ’t Was verdrietig, bedacht hij, maar de wereld was zoo: voor de jonge arme werkelooze vrouwen was nogeen weg open, waarop niet zeer trotsch was te zijn; maar de wereld moest zijn beloop hebben — de wereld was niet tegen te houen. — Wat had ze thuis? Wat konden zij haar geven, als hij haar terug haalde? Het was waar, een eerlijk stuk brood. Als het tenminste niet van Lijp kwam. Maar in elk geval dan toch niet veel meer dan een stuk brood, en dat was niet heel veel.
Hij dacht met bitterheid na over Soore’s trots; ja, zij was rein en eerlijk gebleven. Maar zij was sedert lang de bekoring van haar eerbaarheid kwijt; en hij vond haar weinig uitgelaten voor zulk een gelukkig innerlijk leven. Waarom zouden zij de cake