HOE DE KLEINE SJIMMIE NEETER BURGER WERD I 37
geleerd dan hij die vroeger vermocht te begrijpen. Want al had hij zijn gansche leven den zwaren druk zijner uitwerping geweten, na de geringe kennis van vak- en staatkundige beweging, bij de maats in roest en kolen of in kleiner strijd om het loontje gewonnen, kwam nu de tijd voor het voller en dieper begrip, voor een weinig doorschouwen van het verleden, het feller monsteren der eigen dagen in de drieste eerlijkheid van den naakte, en het bevroeden van het formeerend opstuwen der gebeurens naar de toekomst heen, waartoe hij vroeger in jacht en vermoeienis der lange, verdoovende dagen nooit had kunnen geraken. Zoo, na het nimmer krachtiger gelooven in de werkelijkheid eener verandering, na het doffe vermoeden der natuurlijkheid van hun deel, dat het krot was en de ontbering en het afpijnigend gemis aller rijpe genieting — zoo, na een halve eeuw lang van zijn leven, had zijn verknoeide been hem nog een nieuwe verheuging geschonken. Want nu, in het reeds diepe grijzen, terwijl de hevigste pijn van het gebrek voor het eigen lijf reeds was vermeesterd, en nog slechts bij nijpende uren de smart vretend brandde om den schralen kommer van vrouw en kind; nu, nadat hem niets gebleven scheen dan het somber en troosteloos en hopeloos neergaan van zijfl dagen naar het uur, waarop hij onder de zwijgende wanhopigen zou worden opgenomen om op de straat met open hand of in het Werkhuis met diep-kren-kende gedweeheid de vernietiging van den aalmoes te ondergaan — nu was toch nog deze nieuwe vreugde, dit rijke nieuwe begrip, en deze vaste, stil-levende en lichtende hoop althans gekomen, als een mild-gebarende toeliefelijking van het leven, als een late, geneeszachte benedijdende geur, als de vertroosting van een bloeiend-zoet kind, in donkeren ouderdom