73
huisbaas, binnen. In het gevoel der ongegrondheid van zijn bezoek, dat, na zijn gelukwenschen in Sjoel, de zuivere vriendschap te bezegelen had, feliciteerde hij voor de tweede maal, de overeengekomen glimlach der feestelijkheid tusschen z'n grijze baardlapjes en achter z'n brilletje. Tante Nette, kippekuntien genoemd, wijl ze haar naar buiten gebogen achterlijf door een dikke keu nog proppiger had doen worden, wipte met haar zwarte [glacé de voile itot op de helft van den bleek-heenigen neus, en onder deftig hoofdgewiegel, achter het even rondgebogen mannetje aan, zonder lach of vriendelijkheid, maar met den strakken ernst van een duidelijk uitgesproken ochtendgebed of van een nauwkeurigen zet aan een machine, sputtersiste de behaarde mond de felicitatie eerst naar ouwe Beem en z'n vrouw; hipte de haastig half-ontschoeide zwaar-beringde hand met hetzelfde plicht-gebaar, langs de kinderen nu ook, de kamer rond. Moeder, moeilijk vriendelijk, kneep, opziend over haar bril, een harden glimlach uit haar allengs weer verkniesde trekken en de zwakke vingertjes drukten, onlekker, slapjes het ioegestoken tipje hand. Om de deur boog nu 't witte bovenlijf van Rozette en lucht-rank, plots verjongend de atmosfeer der kamer, tripte zij binnen, wat vreemd hier en daarom niet in alle jeugdvermetelheid van het binnenstormen bij vriendinnetjes, doch te izeer aan den kring nog verwant, om niet gemakkelijk lachend naar Oome les te gaan, ongeduldig achter haar zwart-afrug-gende moeder aan, rank-wit en rossig-blond, als een bouquet. De jongens kregen klitten in hun keel: 't was niks, een eigen nicht, maar 't was even raar, ie-wisten toch dadelijk zoo niet, wa'j wel zeggen mosten.... Jette begon al te presenteeren, zoeten drank, 'n glas wijn, gebak, en ze begon over den prachtigen ruiker, waar de jongens over doorspraken: zij, Rozette, had ze zeker gekozen. Het meisje lachte wat, zei wat, bleef bij de jongens zitten, spelend met haar parasolletje,