51
hoofd naar vèrweg-vreemd-andere dingen. Maar enkel vóór zich wou-ie zien in z'n boek en denken aan Sjabbes. ... de mooie lieve Sjabbes. . . .dat had-ie alleen, dat hadden alleen de Joden. .. . Over de heele wereld zaten ze nu zóó en de vrouwen staken de lichten op boven de bizonder gedekte tafels. . . . De armsten en de rijksten hadden óm zich de eerste juichende ver-teedering van het feest. . . . alles was mooi. . . . heel het leven was mooi; zoolang er Sjabbes was en Jontef, kon je lièfhebben en vergeven; het bestaan was alleen voor de vreugde. ... en Jontef en Sjabbes waren de vreugde: niet in de ellendige zaken zijn en niet met de walgelijke boeren omgaan en niet misselijk vriendelijk moeten zijn in den winkel: ze konden nou overal gaan waar ze verkozen: hij verkocht niet. ... hij verkocht niet hoor!.... hij was hier, hij was bij zijn eigen, bij zijn diep-eigen liefste dingen en hij mocht zingen zoo hoög-ie wou.... hij zong de toekomst toe van zij* volk, dat weer worden zou, wat 't eens geweest was.. . gindsch, in Erets Jisroyl machtig en groot en gelukkig en met heerlijke heftig groote minachting omkijkend naar de verwaten en viesdomme haters, die hun hier, overal, spogen en trapten, hun meerderen, hun stille regeerders... .
— Kom mijn vriend, de Bruid tegemoet. . . . laat ons de Sabbath ontvangen. . . . Tempel des Konings, vorstelijke stad, Richt u op, verrijs uit uw puinhoopen. . . al te lang hebt gij in het dal van den jammer verkeerd, maar God zal zich over u erbarmen.... Schud het stof van u af, richt u op!. .. . Trek uw feestelijk praalgewaad aan. ... gij zult niet meer beschaamd worden en niét meer blozen. . .. wat zijt gij terneder gebukt? . . . waarom kermt gij nog?. . . . De armen van uw volk zullen bescherming bij u vinden.... de stad wordt herbouwd, hoog op haar heuvels.... Uw roovers, zijzelve zullen neervallen tot prooi en uw verdervers worden verjaagd tot zij stippen blijven aan den