ACHTSTE HOOFDSTUK
Beide werkelooze jongens, Piet Woudenberg en Wim Draaier, waren bevriend geweest met Dina de Rooy’s omgekomen zoon. Gingen samen naar de weduwe, steunbonnetjes te verkoopen voor de Internationale Arbeiders-Hulp. Een wedloop om den grootsten verkoop, een ploeterbaan. ’s Avonds in de arbeidersbuurten, op het uitgaans-uur. Zaterdagmiddag bij het leegstormen van fabrieken en werkplaatsen. In de volle warmte van de lots-kame-raadschap, worstelen om stand te houden, met de zwartbedrukte roode bon-boekjes. Tegen koppige onverschilligheid. Dun-ijzeren egoïsme. Schoolsche partij-haat. Rauwe willigheid.
„Ééntje”.
„Mijn vier!”
„Drie voor mijn”. — „Mooi zoo. Wij danken UI”
„Vijf stuks”. — „Asjeblief. Goeie”.
Zaterdagavond op de wijk-markten. Bij hel stal-letjes-licht en wild geschreeuw. Tusschen de mompelende, zwellende, eindelijk vijand-scherpe debatten in. Leger des Heils. Sociaaldemocraat. Communist. Syndicalist. Anarcho-communist. Religieus-