De Gokker, 'n Overwinning

Titel
De Gokker, 'n Overwinning

Jaar
1905

Overig
art

Pagina's
24



verkregen. Maar ’n zekerheid van liefhebben wist ze zich ook, en dat wou ze vasthouden, dat liefhebben, het waren immers vader, moeder en de zusters met ’r levenlang bekende namen. Zóó waren ze en zoo wou ze ze immers dicht bij zich, vader en moeder, Rachel en Mietje, ze kon het niet anders zeggen, ’n Schreiende ontevredenheid, dat ze niet gelijk konden zijn, bleef alleen over.

Ze had dat alles aan Meijer verteld, wel heelemaal, maar hoe ’t kwam wist ze niet, ze had ’t hem nooit zoo innig gezegd als ze ’t wel voelde in den laatsten tijd. Dat kón ze niet. Zij dacht, er bleef altijd iets, dat hij niet begrijpen kon, dat, wat ze niemand kon geven, en dat geen ander, meende ze, kon geven aan haar, het heel innig-golvend-warme, dat ’s a-vonds na veel hatelijkheid, uit alle hoekjes van ’r lijf in ’r om te roeren kwam. Meijer kon dat niet weten, als ze ’t niet heelemaal zei, duidelijker, dan ze ’t zelfs meende te kunnen doen. Z’n vader was dood, z’n moeder had ’m altijd vrijgelaten in alles, zelf had ze geen Joodsche vormen bewaard. Zij, Claar, bleef alleen met den gTootsten twijfel, al hield ze zich sterk, zoolang ze bij hem was.

Angstig beluisterde ze ’t getikkel van de wekker in de huiskamer; waar de zwaardere slag van de hangklok in drong; in ’t naaste alcoofje, achter ’t beschot aan ’r voeteneind, hoorde ze vader*s laken-geschuifel, onrustig gekuch, met lange na-schraapjes van bitterheid. Voorzichtig zette ze zich overeind; haast met ingehouden adem en loer-oogen naar ’t donkere beschot, alsof zij zijn doen daardoorheen kon volgen; geschuifel was er, anders niet, moeder scheen te slapen. Door de straat hoorde ze klots-stappen van politie-paarden, heel lang nabonkend met onregelmatigen klop en rammelend gerij van stadswagens, die egaal-suizend voortveegden. Dan... ’n zachl-doffe bons na wat piepgerengel, stuwde een rukkenden sclirik-schok in ’r borst.

Dat moest vader zijn.

’h Angst-gesuis morrelde in ’r keel, met nog even de gedachte, dat-ie maar even d’ruit zou moeten, dan zat ze daadlijk ademloos overeind, hoorde ze gesleep van kleeren langs den stoelrug, gefrommel en schoen-gietikkel op den grond. Zij zat, of hij haar had willen wurgen, sidderend in ’r krib, in ’r borst stampte elk lichtste geluldsbcweeg van z’n doen een angstschok neer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.