Jankef's oude sleutel

Titel
Jankef's oude sleutel

Jaar
1930

Pagina's
336



gesloten lijkende wereld: de andere, de vol erkende.

„Wie, O.... nou ja, zoover is het nou toch nog niet, Vader, wees nou niet zoo verschrikkelijk zwaar op de hand.” (Zijn kracht! de kracht van dat eiken dag met korte langzame stappen haar voorbij veerende blonde teutonen-dier, dat is zijn gesloten minachting jegens haar, waarin zij met de lichtende steekvlam van haar jonge rijke lichaam een zwakke kier-plek van weifeling voelt te kunnen branden. Dat is zijn onderdrukkings-zucht jegens haar, waarin zij zich wil rondwentelen om zijn wil te verslinden, tot welker bemoeienis zij hem in een heimelijk opwindend krijgertjes-spel zou willen doen naderen, om hem te onderwerpen.

„Nou is de vriend vijand gew orden,” zegt Meyer bedrukt. „Hè! Ja, dan had je ’m z’n tienduizend gulden ook maar moeten geven. Dan was Heleen nou.... en jij hadt geen gevaar.” Natuurlijk toch een aardige jonge die van Born. Zoo iemand heeft natuurlijk een rakker van z’n jonge gemaakt.

Aan het beginpunt van haar gevoelens kent zij haar verlangen als de zucht naar bevrijding uit den opsluitenden geest van dit huis en van dezen kring, louter door het avontuur van de verbeelding. Op den drempel van haar nog weinig bezige aandoeningen merkt zj het als de verlustiging van de vrouw in de mishandelende kracht-uitleving van den vijand. Aan het uiterste noemt zij het zich een doel vol deugd: verteedering en eindelijk overwinning van de kracht die haar en het hare tegenstaat. (Goddank, vader laat haar nu even met rust.) „Je zult voor dat Sjoelfeest extra je Siddere moeten verzorgen,” hoort zij hem tot Eli zeggen, en Eli spreekt wrat verlegen terug. Wat moet dat kind ook vandaag hier doen en hier bij hen zitten. Is toch al zoo’n bespottelijk verwaand over ’t paard getild oud bobetje. „Bijzonder,” zegt vader, „van stem en voordracht.” Ja! Och, d’r komt niks van terecht. Is haast niet te gelooven dat-ie nommero één van z’n klas is. Nou ja, hij kan misschien wel goed leeren, die kinderen van Jankef zijn niet dom. Maar in ieder geval een bespottelijk stel. Ze zijn w7el eens aardig, maar het zijn geen menschen voor de maatschappij. Echt van die aardigheid, waar je niks voor koopt. In het prac-tische leven zijn ze niet veel waard. Precies als Rosa zegt, en dan is dat jog hier wel een heel erg extra Leefmans-exem-plaar, hoor! Och God, het is hier ook zoo’n gat, wat zijn hier nou ook de joden, daar is letterlijk geen bruikbaar mensch bij. Ja, dan misschien Aaronnetje de Leeuw, die vader haar vandaag aan wou smeren als „goosen”! Haar „goosen”! Godver-

64
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.