Jankef's oude sleutel

Titel
Jankef's oude sleutel

Jaar
1930

Pagina's
336



gedempt, maar steeds zwak vervolgend. „Maar dat is heel gemakkelijk voor ’m, want hij is eigenlijk Duitscher. Ja, hij zal zelf wel Hollander zijn, maar hij is van Duitsche ouders. Je kent ’m toch wel?”

„Nou God, van gezicht zoo, op straat.... Het is een dichter.” „Dichter?”

„Ja, hij schrijft ook gedichten.”

„In het Duitsch?”

„Och! Hij is toch heelemaal Hollander! Hij moet aardig les geven, heb ik gehoord.”

„Gedichten? Wat een schtosz.”

„Hy schijnt er naam mee te maken.”

Eli vecht tegen zijn drang om op te kijken, en mee te spreken. Niets te mogen zeggen: het gaat over Matthias’ Vader!

„Maar hij schijnt Oostersche talen te hebben gestudeerd. En nou Doctorandus te zijn. Doctorandus Peter Born. Jah,” zucht Meyer.

„O,” huichelt Evelien nu heelemaal zonder aansluiting.

Meyer neemt het briefje van Evelien terug en bergt het weer bij zich. Zijn geschoktheid vindt geen steun bij haar, nu zij zoo tegenover elkaar staan door haar afwijzing van den bruidegom dien hy haar vanochtend heeft aangeboden. En hij kan niet laten steun te zoeken bij Eli, terwijl hij hem, als zijn leerling, met Joodsch nationalen trots de vijandschap onder het oog wil brengen die bij de Christenen nog overal tegen hen woelt.

„Openlijk uitgesproken en actief Anti-Semiet,” zegt hij nu luider met naar Eli geheven hoofd. „Anti-Semiet. Een hater van het Jodendom. Een Haman. Het Joodsche volk wordt nog altijd vervolgd.” Hij drift met zijn wijsvinger in persoonlijken hartstocht: „Nog altijd duurt goloes, duurt de ballingschap voort. Nog altijd hebben ze hun gemeene streken tegen het Jodendom klaar.” Zachter weer, voor zich heen: „meneer Born.” Hij kijkt opnieuw naar Eli om; hij ziet, onder zijn scheefgezakte rechte muts, grauw en bitter, met neerwaartsch uitgezette kin.

„Een zoon van ’m zit bij mij in de klas,” waagt Eli.

„Een vijand van Gods volk!”

„’t Is de ergste jonge van de heele school.”

„Een souny Jisroyl!” (vijand van Israël!) roept Meyer.

Eli’s poging bezwijkt bijna onder Meyers onwil om hem aan het wToord te laten; het kan niet tot Meyer doordringen dat Eli deel zou hebben aan het leed door dien haat tegen Israël,

59
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.