Jankef's oude sleutel

Titel
Jankef's oude sleutel

Jaar
1930

Pagina's
336



juist de ijlheid van geluid draagt die men verwachten moet van die bewegende gestalte die den bodem met haar voeten schijnt te zoenen, zingt zonder inleiding, in een treffend onwezenlijk mengsel van vreemdheid en saamhoorigheid:

„Hebben we vandaag Fransch?”

Aan alle kanten heeft hij, in de herinnering, die woorden beluisterd. Er was ook iets oolijks aan. Uit die zachte stem, en uit dat vragende omlaaggehouden hoofd waarin alleen de oogen zich hieven, klonk het ook alsof zij, met haar vriendinnen in de wildernis verdwaald, toevallig niets anders had gevonden dan een olifant, op wien zij stoutmoedig was toege-loopen om hem naar den weg te vragen. En de olifant wist niets anders te doen dan zijn slurf in zijn mond te steken en daardoorheen zijn antwoord te brommen, zoodat het geluid voor hem niet naar buiten scheen te komen, maar in zijn lichaam scheen terug te glijden:

„Nee, vandaag niet; morgen Fransch.”

Waarschijnlijk had zij, tot de meisjes teruggekeerd, daarom dan ook even zacht schouderschokkend staan lachen: onverstaanbaar, wat de olifant zei.

Sindsdien geen teeken dat zij zijn plaats in het leven van haar klas heeft opgemerkt. Straks heeft zij even haar cijns gebracht aan den drager van het hoogste aantal rapport-punten; zij heeft een enkelen tel opgezien naar nommero één. En Eli heeft van die donker-glanzende oogen de donkere wereld pogen te peilen: uit de volkomen onverschilligheid voor zijn persoon, ja, uit den afkeer misschien? — maakt zich koel een gebaar los van vrouwelijke aandacht voor een jongensdaad die uitblinkt. Al is het duidelijk dat het gebied van die daad voor haar maar een klein stukje en vooral niet het belangrijkste stukje is van het leven. Belangrijke stukjes van het leven zijn voor haar denkelijk: flink en knap zijn in het roeien, in het voetballen en het tennissen. Alleen roeien kan hij een beetje, maar niet in zoo’n werrie, daar heeft hij nog nooit in gezeten, en nog minder in een kano. Maar het is natuurlijk ook wel mooi, om dat alles te kunnen. Ja dat weet hij wel zeker: dat zij dat mooi zal vinden van de jongens, al zal zij toch nog wel iets meer eischen, en wel eens ontevreden zijn? Dat alles poogt hij achter haar blik te zetten, in die wereld die zich niet aan hem wil doen kennen. En daarvóór: staat de duistere kristal-wand van een onbegrijpelijke, een geheimzinnige on-aandoen-lijkheid jegens hem. Dat weet hij.

Hij weet het.

47

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.