Jankef's oude sleutel

Titel
Jankef's oude sleutel

Jaar
1930

Pagina's
336



VIERDE HOOFDSTUK

u-est-ce-que c’est que ?a?” Gallé vindt het geen tegenvaller, hem even tot zich te kunnen trekken; hij wil wel dieper in die werkzame stilte zien, en hij wil ze ook wel breken. Tot Eli spreekt hij zooveel mogelijk Fransch, omdat die vooral daarin de primus is. Een lachje tot elkaar als de les begint; voor Leefmans is het een heerlijk spel. Eiken keer raak dat er een moeilijke vervoegings-vorm of een zegswijze gevraagd wordt: Gallé vraagt de klas rond; als niemand het juiste antwoord gaf, keert hij zich als besluit tot Eli. Kalm en krachtig, met een ingehoudenheid die hij zich tegen de onbeheerschtheid van zijn huis gekweekt heeft, spreekt hij de oplossing uit, na stil dat oogenblik te hebben afgewacht. En Gallé herhaalt ze met een misprijzenden blik over de klas, alsof hij ze uit een toestel heeft gehaald dat niet kan missen. Sommige jongens bewonderen dat voor hen onbegrijpelijke veerkrachtige pak-vermogen van de hersenen, Otje Berghuis na, die deunt:

„Hij weet ’t alweer.”

Van de meisjes nooit een beweging van erkenning, zelfs van kenning niet. Gallé, met zijn handen in zijn broekzakken, gaat er serieus op in:

„Ja-ja, nou, hij weet het altijd.”

„Je kunt ’t zoo gek niet vragen of hij weet ’t.”

„Zoo gek niet of hij weet ’t. Maar hij houdt er ook van! ’t Is toch zeker prettiger voor me dan dat eeuwige „ik weet ’t niet” van sommige lui?”

„Goed zoo, goed zoo” (De Bas).

Die kleine vriendelijkheden blijven in een vasten kring; de rest van de klas is daar te koud voor. Gallé en dan nog „De Vaars” hebben alleen die vertrouwelijke treffinkjes: Bussel-man van het Duitsch en Geschiedenis, noch „De Uil” van Nederlandsch en Aardrijkskunde hebben daar aanleg voor. Busselman is een bovenste beste voor Eli, rechtvaardig en liberaal; hij vertelt met zijn grooten kort-geknipten kop over de klas dat er een groot weldoener van de armen gestorven is; met een zij-blik naar Eli roept hij vol tooneelgevoel: „het was een Jóód, maar.... een edele Jood!” Geen sjoege van Eli’s gewaarwording. En de „Uil” is zoo eerbiedig jegens hem dat hij hem nooit met jij en jou nadert; Eli is de eenige die met de tang van het U wordt aangepakt. De minachting van den

43
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.