Jankef's oude sleutel

Titel
Jankef's oude sleutel

Jaar
1930

Pagina's
336



d’r is groote kans op meer. En as we nou’s heengingen en we vergeten alles wat er nou gebeurd is: jij gelijk, ik gelijk....” „Daar praten we nou niet over.” Jankef stil-hooghartig. „Juistement. Strakkies dan staan we allemaal voor Kodesj-borrege (God) en dan zal ieder zal het zijne wel hebben af te rekenen. Dat is net zooals je zegt: daarover hoeft niet gepraat te worden.”

„En?” (Betje staat achteraf, vol argwaan met haar wijsvinger in haar haren te krabbelen.)

„En nou wou ik je een stukje gylek (deelgenootschap) wou ik je aanbieden, dat we dan samen een stuk brood zouen binnenhalen. Dat zou dan vanzellef laten we zeggen na de feestdagen ’s bepraat moeten worden. We zijn broers. En men mag zoo als broers mag men niet leven als kat en hond. Dat zijn van die dingen, dat hoef ik je niet met duizend woorden te vertellen, daar prakkizeert men wel eens over in zulke dagen als nou.”

Jankef staat onbewogen; alleen zijn blik gaat even naar David op. Hij heeft geen zuiver vertrouwen in die woorden, maar ook de schijn van die vroomheid in het werkelijke leven toegepast, is hem al te verlokkend om ze te durven ontmaskeren. „En dan wou ik voor dadelijk vragen,” zegt David knapjes flink, „dat ik weet me met de berging geen ytse geen raad: deja of de nèe, kan ik voor héél kort zoo’n klein snippertje ruimte in je schuur krijgen?”

„Ik zal je dadelijk antwoorden,” zegt Jankef recht, „dan hoeven we der niet lang over te lullen. (Hij kijkt naar buiten, naar de kar en de neergezette meubelen met kleeren erover.) Yan samendoen kan vandaag niet gepraat worden, daar staat op het oogenblik mijn kop niet naar. Het is mooi als men samen kan doen, samen werken en leven, dat is mooi, maar daar moet men over denken en vergelijken. Dat hangt van een heeleboel dingen af waar nou niet over gepraat kan. Maar als het op de minuut om een klein stukkie ruimte gaat: veel heb ik niet, maar omdat het inderdaad dan Rosj Hasjoone wordt, en omdat je hier komt, zal ik een klein stukkie ruimte zal ik voor je maken, dat je je redden kunt. Als het niet teveel is, David, versta dat goed.”

„Och!” valt Betje van Gelderen piepend uit, „hoe kom je d’r jij ■ je hebt toch ommers voor je eigen boel heelemaal geen plaats! je lijkt w'el gek, jij!”

„Een pietsie,” sust David handig zacht tegen de verachte vijandin van het familie-bloed. Jankef keert zich geërgerd

24
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.