Jankef's oude sleutel

Titel
Jankef's oude sleutel

Jaar
1930

Pagina's
336



drijven jullie maar niet zoo.” De „meisjes” dat zijn de beide ouwe vrijsters tante Fie en tante Rachel, en dan nog tante Klaartje, de weduwe van den verdronken Oom Louis de Jong die voorzangers-helper in Sjoel en ritueel slachter was. Vooral Fie die hier maar geduld wordt, omdat Rachel en Klaartje bij de broers tegen haar stoken, wendt zich fronsend af: „’n Kunst om een arme broer te belachen als-ie der niet bij is. Hij heeft zijn verstand minstens zoo goed als ieder ander.” Maar op Herman’s vraag wat zij zegt: „Niks. Ik zeg niks,” antwoordt zij zorgelijk.

„Een verschwartzter stommen hond!” roept Ozer opnieuw, „zijn hersenen zijn brie en zijn woorden zijn speeksel, en zijn gedachten zijn niet te achten gelijk het stof dat voor ’s konings voeten stuift! — Is dat dan óók al wat? Jankef? Herman zegt-et: an wie d’r maar wil verkoop je’m, in zijn tegenwoordigheid.” Hij schatert weer tot zijn wangen zijn oogen raken, „en geen beweginkje van ’m dat ’r aan denkt!”

„An wie je wil,” Herman met rustige verachting.

En Ozer valt uit: „An wie je wil? waarachtig as God dan moeten zij óók willen?”

„Dan moet je niet te veel vragen?”

„Een stuiver!”

De drift-beladen broers stoken hun gekluisterden haat op elkaar in, tegen Jankef die zijn stilte kent, zijn weg gaat en zijn on-aantastbaarheid voor hen heeft. Als het wetten van messen die zij nooit gebruiken, als het aansarren van bloedhonden die zij niet zullen kunnen loslaten, zoo is hun hittig-doorlachen spel om broer Jankef, wiens verontrustende glans het meest nabij lijkt, en trefbaar.

„Een stuiver! zal ik sterreven voor een stuiver kun je’m héél misschien kwijt, als je geen al te goocheme kooper treft!”

En zij hebben het samen tevreden vastgesteld: voor hoogstens een stuiver zal Jankef, de nar, dan misschien verkoopbaar zijn. Dat heeft David voldoende gesterkt in zijn stille plan met zijn kansen op een beetje winst uit Jankef’s zaakje, en vooral ook voor zijn gloeiend heete Havanna’s.

Jankef, bij de half-afgeladen kar naast de stoep die vol spullen staat van de groote kans-massematten, heeft zijn broer David al zien aankomen. Tot Retje van Gelderen die met haar zw angere lijf driftig meegeduwd heeft en nu beredderig bezig is onder Jankef’s voorzichtig ontevreden aanwijzingen af te sjouwen, heeft hij zijn verbazing al gemompeld.

22
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.