SICHEM.
In den Israëlietischen koningstijd speelde de stad Sichem (nu Naboeloes geheeten) een belangrijke rol. Deze „ongekroonde koningin van Palestina” ligt midden in het land, tusschen de bijna duizend meter hooge bergen Ebal en Gerizim (rechts op onze plaat). Hier was het dat de tien stammen zich afscheurden van het Davidische rijk en zich schaarden onder Jerobeam, die als koning van Israël hier zijn residentie vestigde (I Kon. 12). Later woonden hier Samaritanen. Naboeloes is tegenwoordig een welvarende stad, vrijwel geheel bewoond door buitengemeen fanatieke Mohammedanen; in een betrekkelijk kleine en vuile wijk wonen er nog een kleine tweehonderd Samaritanen met hun hoogepriester, even eerwaard als arm.
keerd, ten einde ter plaatse na te gaan of misschien nu de mogelijkheid bestaat van de vervulling van Ahia’s woord en reeds voorloopige maatregelen te treffen. Jerobeam, reeds door Salomo onderkend als een man met perspectief, een man van gezag onder zijn stamgenoo-ten, aan wien dan ook het oppertoezicht was toevertrouwd over den heerendienst in de vijf West-Jordaansche Jozef-distrikten (1 Kon. 4: 8—12, 11 : 28). Jerobeam, die juist door het bekleeden van dat ambt zoo precies wist wat er in Midden-Kanaan omging en welk een tegenzin tegen Salomo’s totalitairen staat daar leefde. Jerobeam, die reeds vijf of meer jaren vóór Salomo’s dood de vaan van den opstand had geheven en een greep naar de macht had gedaan, maar toen de meerderheid van Davids huis had moeten erkennen en zich genoodzaakt had gezien naar het Nijldal te vluchten en al de bitterheid der ballingschap had gesmaakt, al werd deze geslagen kroonpretendent dan ook met open armen door den farao ontvangen. Zoo staan dan in Sichem de beide partijen tegenover elkander. Aan het hoofd van de eene staat Rehabeam, Juda’s koning, zoo door het oud-Oostersch koningsideaal bevangen, dat hij Israëls koningschap in geen ander licht kon zien dan dat, hetwelk van den totalitairen staat over den koning af straalde; te zeer aan den geestelijken zin van den dienst des Heeren
7