Verwording en ondergang

van Babel. Edom zoowel als Moab en Ammon, Tyrus zoowel als Sidon hebben gezanten gezonden om over een gemeenschappelijk plan te overleggen en alle krachten te richten op het door allen zoo vurig begeerde einddoel: los van Babel.

In het paleis op den Sion, waarin eens Salomo troonde en sindsdien zooveel geslachten van Davids huis over Juda’s wel en wee hebben beslist, is ’s konings raad vergaderd. Zedekia heeft hen daar bijeengeroepen, de man, die zijn kroon te danken heeft aan Babels gunst. Zedekia, die nog nooit den moed zijner overtuiging heeft gehad, heeft zijn raadslieden om zich heen vergaderd om eigen schouders te ontlasten van een gevreesde verantwoordelijkheid. In den voorhof van het paleis is het volk samengekomen in de hoop getuige te kunnen zijn van het vallen der beslissing. Onder hen zijn veel priesters en profeten, die op allerlei wijze

ISRAELIETISCH KOLENBEKKEN OF ALTAAR.

Dit holle, ongeveer een meter hooge voorwerp in den vorm van een vierzijdige afgeknotte pyramide, is aan alle zijden van vierkante gaten voorzien, kennelijk gemaakt om den goeden trek van het vuur te bevorderen. Het is gevonden bij de Duitsche opgravingen te Teil taannek, het oude Bijbelsche Taa-nach in de vlakte van Jizreël (Richteren 5 : 19; I Kon. 4 : 12). Eerst hield men het voor een Israëlietisch reukoffer-altaar, maar de omgeving wijst meer in de richting van een kolenbekken of kachel. Palestina heeft wel kille, zelfs koude winters, waarin een kachel geen overbodige weelde is; in het verhaal van de rol van Jeremia, die door den boozen ko-ning Jojakim verbrand wordt, is sprake van een dergelijke kachel of vuurplaat (Jeremia 36 : 22, 23). Onze plaat laat den voorkant zien van zulk een koninklijke kachel; als versiering zijn er allerlei maskers en leeuwenkoppen aan aangebracht, alsmede een paar bokken en een boom met spiraalvormige takken (beneden, niet erg duidelijk).