op te koopen ten einde het straks met winst van de hand te doen. De offermaaltijden in den tempel ontaarden in drinkgelagen, waarbij men zich neervleit op wat men den armen heeft ontstolen. De rechters zijn omkoopbaar. Rechter en profeet zijn echte slokops; allen zijn ze verdorven. En bij dat alles gaat Achaz zijn volk voor in het heillooze begeeren om ook Juda in alles der heidenen gelijk te maken. Achabs dochter Atalia heeft in Davids zoon Achaz een waardig opvolger gevonden! En dat, terwijl in het noordelijk rijk alles spreekt van des Heeren brandenden toorn en van naderenden ondergang!
Wee het zondige volk,
het volk, zwaar van ongerechtigheid,
zaad van boosdoeners,
slecht handelende kinderen!
Den Heere hebben ze verlaten, den Heilige Israëls verachtelijk verworpen; achterwaarts zijn ze geweken (Jes. 1:4). Sodom-heerschers! Gomorra-volk! (Jes. 1 : 10).
44