Verwording en ondergang

Titel
Verwording en ondergang

Jaar
1941

Overig
Auteurs: dr. Johannes de Groot en dr. Arie Noordtzij

Pagina's
62



een Assyrisch altaar vindt, waarop nu voortaan ook in Damaskus offers zullen worden gebracht aan den Assyrischen popergod Asjoer, de vergoddelijking van het Assyrische rijk, dan haast Achaz zich om een model daarvan te doen toezenden aan den hoogepriester Uria met bevel aan zulk een altaar ook een plaats in te ruimen in den tempel des Heeren te Jeruzalem. En zoodra hij in Jeruzalem terug is, acht hij het zich een eere om op dat altaar — in des Heeren tempel! — brandoffers en plengoffers te brengen aan den god, in wiens naam Tiglat-Piléser ook aan Juda de volle zwaarte van Assyrië’s macht had doen ervaren (2 Kron. 16 : 10 v.v.). Schrijnend is dan de tegenstelling tusschen de houding, door Achaz aangenomen tegenover het huis des Heeren, de „woonplaats” van den God zijner vaderen, waar de Heere beloofd had zijn Naam te zullen doen „wonen” d.w.z. zijn machtsbetoon te doen uitgaan, en Achaz’ houding tegenover iederen vorm van eigenwilligen godsdienst en de vereering van „andere góden”. Terwijl hij overal hoogten laat oprichten om „voor andere góden te rooken”, deinst hij er niet voor terug om zelfs het heilige vaatwerk van des Heeren tempel weg te nemen en den tempel zelf te sluiten (2 Kron. 28 : 24). Hoe duidelijk komt ondanks zijn vroomheidsbetoon tegenover Jesaja (Jes. 7 ; 12) Achaz’ weerzin tegen den dienst des Heeren aan het licht! Want het sluiten van den tempel houdt iets geweldigs in. Het is voor het Semietisch bewustzijn niet slechts het dicht-doen van een gebouw, maar het voorgoed afzien van den Heere, d.w.z. het Hem-niet-meer-erkennen als Israëls nationalen God. Nu des Heeren tempel gesloten en Hem dus de offers niet meer kunnen worden gebracht, is de band doorgesneden tusschen Israël en den Heere, omdat Hij daarmede ophoudt in het midden van zijn volk te „wonen”. Het houdt van Achaz” zijde dus niet meer of minder in dan het opzeggen van het tusschen den Heere en Israël bestaande verbond. Daarmede kiest Achab voorgoed de zijde van de „andere góden”. Door het sluiten van den tempel dempt Achaz ook de laatste klove, die Israël nog scheidt van de andere volken.

Wel heeft Achaz’ politiek verderfelijk gewerkt! De beste krachten des volks worden verteerd in onderlingen strijd. Niet minder dan drie partijen staan scherp tegenover elkander. Die, welke onder leiding van Achaz zelf staat, is van oordeel, dat behoud van land en volk slechts mogelijk is onder voorwaarde van algeheele aansluiting bij Assyrië. Een einde moet worden gemaakt aan Juda’s afzondering, zoowel in het staatkundige als in het godsdienstige leven. Achaz en de zijnen hebben geen oog voor de hooge roeping van Israël om als bondsvolk des Heeren naar Diens inzettingen en rechten te leven. Zij begrijpen niet, dat Israëls onsterfelijke eere juist gelegen is in het feit, dat de Schepper van hemel en aarde juist tot dat volk is afgedaald om het te maken tot bedding voor den stroom des heils, die straks over alle volkeren zal worden uitgestort.

Daartegenover staat de nationalistische partij. Haar leiders kunnen het niet verkroppen, dat Israël, onder de groote figuren van David en Salomo tot zoo hooge eere geklommen, nu het hoofd moet buigen voor Assyrië’s koning. Onafhankelijkheid, vrijheid — dat is hun devies, en om deze te herkrijgen hebben zij het oog gericht op Egypte, voor hun bewustzijn de eenige macht ter wereld, die zich met Assyrië kan meten. Zij willen deelnemen aan de anti-Assyrische diplomatie hunner dagen. Dat is voor hen de weg des behouds, der vrijheid en der onafhankelijkheid. Ook bij hen dus geen spoor van kennis van de ware grootheid van Israël. Aardsche macht en grootheid — dat is hun eenig ideaal.

Daarnaast staat een derde. Of neen, dat is geen partij. Daarvoor is ze veel te klein. Hoogstens is het een kleine groep, weinig in eere bij de leidslieden des volks en niet medetellend in de meening der diplomaten. Het zijn de weinige getrouwen, die in den lande zijn overgebleven; die mannen en vrouwen, die in waarheid kinderen zijn des verbonds, die in kinderlijk vertrouwen opzien naar Israëls God en hun kracht alleen zoeken in Diens mogendheid. Voor hen is de geschiedenis der volkeren niet een spel van het toeval, niet een vrucht van den arbeid van diplomaten, maar de uitvoering van het raadsplan van hunnen God, van Israëls God, die naar zedelijken maatstaf de wereld regeert. Alle volkeren der aarde worden door Zijne hand bestuurd en zelfs de Assyriër, hoe machtig en sterk dan ook, is instrument in de hand van den Heere, die Zijn raad zal doen bestaan.

De door God geroepen leidsman van deze laatste groep is de profeet Jesaja. Met de ontzaglijke macht van zijn woord toornt hij tegen de op-hooping van het bezit in de handen der rijken en tegen de daaruit voortvloeiende sociale ellende van de lagere klassen des volks. Met

42

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.