Verwording en ondergang

Titel
Verwording en ondergang

Jaar
1941

Overig
Auteurs: dr. Johannes de Groot en dr. Arie Noordtzij

Pagina's
62



omgeving overbleef, maar weet tevens de pro-Assyrische partij ertoe te bewegen een samenzwering tegen Pekach op touw te zetten. Deze verliest daarbij het leven en wordt vervangen door het hoofd dier partij, door Hosea (732). Hosea. Hij zal Israëls laatste koning zijn. Zelden zal er tusschen naam en levenservaring zoo groote tegenstelling zijn geweest als bij dezen man. Zijn naam zegt: „Gered heeft de Heere!” Zijn leven bewijst: Geen redding meer mogelijk, onafwendbaar is Israëls ondergang. Zijn naam spreekt van oneindige genade; zijn leven getuigt van brandenden toorn. Aangebroken is de tijd, waarvan de naam van de dochter van ’s konings naamgenoot en anderen tijdgenoot, den profeet Hosea, dreigend sprak: „Lo-roechama, want Ik zal geen erbarmen meer hebben met het huis Israëls” (Hos. 1:6). Geen erbarmen. Wat dat inhoudt, heeft Israëls laatste koning ervaren. Iedere poging tot wederopbouw bij de handen afgebroken. Iedere weg ter ontkoming afgesloten. Iedere krachtsinspanning met onvruchtbaarheid geslagen. Verdeeldheid in plaats van eenheid. Geen lichtstraal der hope doordringt meer de steeds dikker wordende duisternis. Steeds meer ankert zich in het hart de zekerheid van den komenden ondergang. Nu eens zoekt men heil in de vernieuwing van den eed van trouw aan den koning van Ninevé, dan weer worden boden gezonden naar So, den koning van Egypte. Zelfhandhaving ten koste van alles, zelfs ten koste van waarheid en trouw, van eer en zelfrespect. Geen erbarmen. Dat ervaart Hosea aan den lijve, wanneer Salma-nassar ten slotte zich met dezen ontrouwen vazal gaat bemoeien en tegen hem op trekt. Wel tracht Hosea dan door een nieuwen eed van trouw, troon en leven te redden, maar tevergeefs. „De koning van Assyrië nam hem gevangen en sloot hem op in de gevangenis” (2 Kon. 17:4). En dan komt voor Samaria het onafwendbare einde. Het baat haar niet of ze drie jaren lang weerstand biedt (724—722). Al sterft de Assyrische koning gedurende het beleg, dat breekt de kracht van het Assyrische leger niet. Onvermoeid zet Sargon II de poging voort om de trouwelooze stad in te nemen, ten einde haar te doen gevoelen wat het zeggen wil den Assy-rischen koning te hebben getart. En dan komt in 722 het einde. Samaria moet zich overgeven. Nu gaat Amos’ profetie in vervulling:

Zie, Ik doe U knarren

zooals een wagen knart, vol schoven.

Dan is er voor den snelvoetige geen vluchten

[meer,

staalt geen sterke zijn kracht meer, redt geen held meer zichzelf.

Geen boogschutter houdt meer stand; geen snelvoetige ontkomt meer; geen ruiter kan zichzelf meer redden.

Wie onder de helden het krachtdadigst is, slaat dan naakt op de vlucht, zegt de Heere.

(Am. 2 : 13—16).

Israël heeft er zijn eer in gezocht aan de volken gelijk te zijn. Nu wordt het onder de volken verstrooid. „Tot op dezen dag”, zegt de schrijver van het boek der Koningen (2 Kon. 17 : 23). „Tot op dezen dag”, want terwijl over Juda de morgen der verlossing daagt „om Davids wil”, zijn „de tien stammen” roemloos ondergegaan, al zijn enkelen gered „als een brandhout uit het vuur”.

30

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.