Verwording en ondergang

Titel
Verwording en ondergang

Jaar
1941

Overig
Auteurs: dr. Johannes de Groot en dr. Arie Noordtzij

Pagina's
62



HOOFDSTUK II.

In Samaria.

Zoo is dan Jeruzalem teruggezonken tot den rang van hoofdstad van een onbe-teekenend klein rijkje, dat van de weinig vruchtbare, indien al eenig voedsel biedende berghellingen van Zuid-Kanaan leven moet, behalve in zijn hoofdstad weinig militair-gewichtige plaatsen bezit en dus gemakkelijk, vooral van het Zuiden uit, onder den voet kan worden geloopen. Naast Jeruzalem verheft zich Sichem, tot dusver de „ongekroonde koningin van Kanaan”. De stad draagt nu weer den koningsmantel, want ze is door Jerobeam, die hierin het voorbeeld volgde van Abimelech, den zoon van Gideon, tot residentie verheven. Naast? neen boven Jeruzalem; want Sichems heerscher zwaait den schepter over het grootste en vruchtbaarste gedeelte van Kanaan, terwijl ook Oost-Jordaanland, voor zoover Israëls wil hier nog wet is, zijn blik niet naar Jeruzalem, maar naar Sichem richt. Jerobeams ster toont meer luister dan die van Davids huis. Efraïm verheft zich verre boven Juda, en Jeruzalem moet het aanzien, dat de zuidelijke grens van Jerobeams gebied op een afstand van nauwelijks twee uur langs haar muren loopt.

Plotseling komt uit het Nijldal een vloedgolf aanrollen, die beider kracht verbreken, beider rijkdom verteren zal. De beheerscher van Noord-Egypte, de Libysche farao Sisak wil de dagen van weleer doen herleven, toen Kanaan Egypte’s wingewest was en haar stadskoningen Egypte’s gehoorzame vazallen waren; de dagen van weleer, toen de farao met zijn keurtroepen de brug had bezet, die Nijldal en Eufraat-Tigris-vlakte met elkander verbindt, en zijn deel kon opeischen aan den wereldhandel van die dagen. Met intense belangstelling heeft Sisak den gang van zaken in Jeruzalem en Sichem gevolgd. Rehabearas verdwazing is koren op zijn molen en Efraïms heerschzucht kan aan Sisak’s vérstrekkende plannen dienstbaar zijn. En wanneer dan bovendien Juda Efraïm gaat benauwen en Efraïm gewapend weerstand biedt, dan is voor Sisak het oogenblik aangebroken, waarop hij zich persoonlijk in beider twist mengen kan en beiden de volle zwaarte van Egypte’s macht kan doen gevoelen.

Natuurlijk heeft Juda het meeste te lijden. Zelfs de koningsstad kan geen weerstand bieden en Rehabeam moet (1 Kon. 14 : 25) het aanzien, dat de door Salomo opgestapelde rijkdommen van paleis en tempel naar het Nijldal worden gevoerd. Maar ook Efraïm wordt niet gespaard. Jerobeam moet zelfs geheel zijn West-Jordaansch gebied in de handen van den farao laten en trachten in Pniël nog iets van zijn koningsheerlijkheid te redden (1 Kon. 12 : 25). Wel kan straks, wanneer de vloedgolf voorbij is, althans de schijn worden gered, wanneer Rehabeam zich met de koperen schilden van zijn lijfwacht tevreden stelt (1 Kon. 14 : 27) en Jerobeam weer naar Sichem kan terugkeeren (1 Kon. 14 : 2). Maar meer dan schijn is het niet, en Jerobeam moet alle krachten inspannen om zich te handhaven, vooral waar Jeruzalems tempel met zijn offerdienst en feesten altijd weer van de eenheid van het volk des Heeren spreekt en Jerobeams koningschap als separatistisch brandmerkt. Jerobeam grijpt naar wat hem hoogste staats-manswijsheid toeschijnt: de politieke scheiding moet door een godsdienstige gevolgd worden. Niet zóó, als zou hij aan den dienst des Heeren

16

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.