het is een goed voorbeeld van de mogelijkheden, die het historische beeld den Joodsen dichter biedt. Terwijl in andere literaturen van dezen tijd het historische beeld vaak iets gewilds heeft bij aanwending in hedendaags verband, is de historie van het Joodse volk daarentegen van zoveel meer realiteit, dat zij een deel van zijn bewuste ervaringswereld uitmaakt. Dat is altijd zo geweest, altijd heeft men in het heden de herhaling gezien van het verleden, dat men bij overlevering kende. Het historische beeld berustte niet op een vergelijking, maar op een als reëel beschouwde identiteit. De Joodse dichter, die zich thans opnieuw van het historische beeld bedient, sluit wat dit betreft aan bij een zeer eigen Joodse traditie.
De symbolen van het verleden, de wendingen en zegswijzen, ja, de woorden uit de oude literatuur, worden in een nieuw verband geplaatst en komen zo tot nieuw leven. Daardoor wordt zoals wij zeiden een oorspronkelijke orde achter het gedicht gesuggereerd, iets blijvends, dat zich telkenmale verwerkelijkt en thans in dit gedicht aan den dag treedt. Wat eens het werk van mensen was, wordt hier natuur, hier wordt het gerekend onder het zijnde, dat bekend is als al het andere, dat men ervaart. En tegelijkertijd weet men, dat het stamt uit een andere, verdwenen werkelijkheid, dat het van buiten af in onze wereld komt en daar terstond betrokken wordt in het ernstige spel. Het is een vreemd symbool, dat zich plotseling blijkt te betrekken op onze realiteit en het heeft de plechtigheid van een vervulling.
Aangezien nu de aard van het moderne Joodse be-
30