chowski (1875 geb., vanaf 1931 in Erets Jisraeel). Hij behoort nog tot de oude garde, die de strijd om het Hebreeuws nog heeft uitgevochten. Zijn werk is voor het merendeel in het galoeth geschreven en draagt daarvan de sporen. Toch hebben wij ook enkele van zijn gedichten opgenomen in deze bloemlezing van de jongere generatie. Want ondanks het feit, dat hij tot de ouderen behoort, leidt zijn werk al over naar een nieuwe tijd.
De andere dichters, ook al zijn zij weinig jonger dan Bialik, vertegenwoordigen toch allen een nieuw geslacht, dat de strijd om het behoud en de vernieuwing van het Hebreeuws niet heeft medegemaakt. J. Kahan, J. Fichman en J. Kami zijn allen reeds strijders in de Joods-nationale beweging. Hun dichterlijke activiteit begint zich reeds te verbinden met het opkomende Erets Jisraeel. Ook al werken zij lange tijd in galoeth, toch kan men reeds zien, dat zich bij hen het begin van een nieuwe poëzie, verbonden met het land, baan-breekt.
De echte poëzie van Erets Jisraeel zet in met Elisjewa en Racheel, van wie de laatste pas in het Hebreeuws begint te dichten, nadat zij in Erets Jisraeel gekomen was. Ofschoon er bij de in dit boekje vertegenwoordigde dichters geen is, die in Erets Jisraeel geboren is, zijn de overige dichters op zo jeugdige leeftijd in het land gekomen, dat hun poëzie geheel en al de stempel van het leven van Erets Jisraeel draagt.
Lamdan, Sjlonsky, Levy ben Amitai waren ongeveer 20 jaar bij hun alija, Sjalom en Braudes nog geen
Hebreeuwse Poëzie 2
17