Theodor Herzl, keur uit zijn geschriften

Titel
Theodor Herzl, keur uit zijn geschriften

Jaar
1954

Overig
Redactie: dr. J. Melkman

Pagina's
66



kwam een Joodse roman wilde schrijven. Ik wilde hem op mijn Spaanse reis, die ik in de zomer van 1891 maakte, schrijven. Het was toen het litteraire plan, dat mij het naast aan het hart lag. De hoofdfiguur zou mijn trouwe vriend Heinrich Kana worden, die zich in Februari 1891 in Berlijn door een kogel van het leven beroofd had. Ik geloof, dat ik mij met die roman wilde vrijschrij-ven. De roman heette in mijn ontwerp „Samuel Kohn” en onder mijn losse notities moeten zich vele bevinden die daarop betrekking hebben. In het bijzonder wilde ik de lijdende, verachte en brave groep van arme Joden in tegenstelling tot de rijke Joden brengen. Deze merken niets van antisemietisme, dat zij toch eigenlijk en hoofdzakelijk veroorzaken. Het milieu van Kana zou tegenover het milieu van zijn rijke familieleden geplaatst worden.

De Neue Freie Presse riep mij als correspondent naar Parijs. Ik nam het aan omdat ik dadelijk aanvoelde, hoeveel ik in deze positie van de wereld zou zien en leren; maar ik had toch steeds spijt van het opgegeven plan van de roman.

In Parijs raakte ik — op zijn minst als toeschouwer — in de politiek. Ik zag waarmee de wereld geregeerd wordt. Ik bekeek het verschijnsel van de menigte; lange tijd zonder het te begrijpen. Ik raakte hier ook in een vrijere en hogere verhouding tot het antisemietisme, waarvan ik op zijn minst niet onmiddellijk te lijden had. In Oostenrijk en Duitsland moest ik op zijn minst vrezen, dat mij „hepp-hepp” 1) nageroepen werd. Hier ga ik immers „onherkend” door de menigte.

In dit Onherkend! ligt een vreselijk verwijt aan de antisemieten.

Het hepp-hepp hoorde ik met eigen oren tot nu toe tweemaal. De eerste keer in Mainz op een doorreis in 1888. Ik kwam op een avond in een goedkoop concertlokaal, dronk daar bier en toen ik opstond en door het lawaai en de walm naar de deur ging riep mij een jongen „hepp-hepp” na. Rondom hem ontstond een rauw gegrinnik.

De tweede keer werd mij in Baden bij Wenen „Saujud” nageroepen toen ik in de wagon kwam. Deze roep trof mij des te sterker omdat het het merkwaardige nawoord was op het gesprek dat ik gevoerd had en omdat het op vaderlandse bodem weerklonk.

Het maakte mij woedend. Ik draaide mij verbitterd om naar de jongens, die echter al een eind verder waren. Direct daarop verging

35

1

hepp-hepp: oude scheldroep tegen de Joden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.