dat deze stijging wanhopig langzaam gaat. Als wij zouden willen wachten tot ook de geest van de gemiddelde mens zich verheven heeft tot de zachtmoedigheid, die Lessing bezielde toen hij Nathan der Weise schreef, dan zou niet alleen ons leven, doch ook dat van onze zonen, klein- en achterkleinzonen daarmee voorbijgaan. Hier komt ons de geesteswereld van een andere zijde te hulp.
Deze eeuw heeft ons een kostelijke renaissance gebracht in de technische prestaties. Slechts op de menselijkheid is deze fabelachtige vooruitgang nog niet van toepassing geweest. De afstanden van de aardbodem zijn te niet gedaan en nog steeds worstelen wij tegen bekrompenheid. Snel en veilig kruisen wij op ontzaglijke stoomboten over tot nu toe onbekende zeeën. Rustig sturen wij spoorwegen de berg op, die wij destijds slechts angstvallig te voet bestegen. Voorvallen uit landen, die men nog niet ontdekt had, toen Europa de Joden al in ghetti opsloot, worden ons in luttele uren overgebracht. Daarom is de Jodennood een anachronisme — en niet omdat honderd jaar geleden reeds een verlichte geest heerste, die inderdaad slechts vaardig was over de uitgelezenen.
Nu ben ik van mening, dat het electrische licht niet werd uitgevonden, opdat enige snobs hun salons ermee verlichten zouden, doch ter opheldering van de problemen der mensheid. Een daarvan (en lang niet het minst beduidend) is het Jodenvraagstuk. Lossen wij dit op, dan handelen wij niet voor ons zelf alleen, doch ook voor vele anderen, die verdrukt en bekommerd zijn.
Er bestaat een Jodenvraagstuk. Het zou een dwaasheid zijn dit te ontkennen. Het is een verdwaald stuk middeleeuwen, waarmee de beschaafde volkeren ook heden nog met de beste wil geen weg weten. Zij toonden immers hun grootmoedige wil toen zij ons de emancipatie brachten. Het Jodenvraagstuk bestaat overal, waar Joden in min of meer grote hoeveelheid wonen. Waar het niet bestaat, wordt het door immigrerende Joden meegebracht. Wij trekken natuurlijk daar heen, waar men ons niet vervolgt, en dan ontstaat de vervolging door onze verschijning. Dit is waar en blijft waar, overal, zelfs in de meest beschaafde landen (als bewijs geldt Frankrijk), zolang het Joodse vraagstuk niet tot een oplossing gekomen is. De arme Joden brengen nu het antisemietisme naar Engeland over, zij hebben het al in Amerika geïmporteerd.
Ik geloof dat ik het antisemietisme in al zijn gecompliceerdheid begrijp. Ik beschouw deze beweging als Jood, maar zonder haat of vrees. Ik geloof wel te kunnen onderscheiden wat in het antisemietisme te rangschikken valt onder ruwe scherts, grove brood-
15