De Duitsche Jodenhaat in woord en beeld

Titel
De Duitsche Jodenhaat in woord en beeld

Jaar
1935

Overig
Uitgegeven door het Comité voor Bijzondere Joodsche Belangen

Pagina's
68



„En altijd weer de Jodenquestie” door Wilhelm Kube, districtleider van de „Kurmark”.

Fragment.

......Wat pest, tering en syphilis voor de menschelijke gezondheid beteekent, dat beteekent het Jodendom zedelijk voor de blanke volkeren... De pestlijder moet uitgeworpen en geïsoleerd worden...

De twee millioen Duitsche dooden komen evenzeer in het schuldboek van Juda als de 10 millioen dooden van de andere volkeren der wereld, die aan den grooten oorlog hebben deelgenomen. Daaraan dienen de moeders der wereld altijd te denken, als zij een Jood zien of van hem hooren. De leider van de anti-semitische beweging in Duitschland, de voor ons allen onvergetelijke Theodor Fritsch, wiens voetsporen ik sinds 1905 volg, schreef in elk nummer van zijn „Hammer”:

„Er zal voor de volkeren onzer aarde geen rust zijn, zoolang het Jodendom niet uitgeschakeld is”.

......De Jood is de gepersonificeerde ontkenning, de Duitscher

is de door Gods welgevalligheid ontstane scheppingskracht. Ottomar Bèta, mijn geachte vriend uit den anti-semitischen strijd der Ber-lijnsche studentenbeweging vóór den oorlog, heeft met het volste recht in Goethe’s Mephistopheles het Joodsche oertype gezien en behandeld. Volgens mijn meening heeft Goethe dan toch nog geïdealiseerd. Hoogstens de spotgeboorte uit drek en vuur zou men kunnen laten gelden, wanneer men voor „vuur” eenvoudig „haat” zet. „De

17

2

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.