Pakkettenrapport Rode Kruis

Titel
Pakkettenrapport Rode Kruis

Jaar
1947

Druk
1947

Overig
Uitgegeven door het Nederlandse Rode Kruis, 1ed

Pagina's
172



6g

Bijlage 15.

Verklaring van Mr. B. Ph. Baron van Harinxma thoe Slooten.

(8 Juli 1947).

De heer van Harinxma waardeert het zeer, dat ook inzake de pakkettenzendingen aan politieke gevangenen klaarheid zal komen en zodoende grieven en ernstige verwijten, die steeds aan zijn adres worden geuit, terugverwezen kunnen worden. Over deze aangelegenheid wil hij gaarne alle inlichtingen verstrekken, die hem bekend zijn.

Daarnaast zijn er echter aangelegenheden, die meer het regeringsbeleid raken en die door de Commissie-Cleveringa worden onderzocht. Deze commissie heeft spreker gehoord en haar rapport over hem beëindigd. Het wordt dan ook onjuist geacht op andere dan pakket-zaken nader in te gaan.

Met grote stelligheid brengt de heer van Harinxma daarop ter kennis, dat tot September ’44 (toen hij Londen verliet) aldaar de Nederlandse Regering, noch één der nationale Rode Kruis-verenigingen de mogelijkheid kende om politieke gevangenen pakketten te doen toekomen. Als bewijs daarvan toonde spreker een schrijven van het Britse Rode Kruis van Juni ’47 (zie bijlage 16).

Het Engelse Gouvernement (War Office for the supplies) stond niet toe, dat levensmiddelen, anders dan voor de door de Conventie van Genève beschermde groepen, naar het vasteland werden overgebracht, uit vrees, dat een en ander in verkeerde handen zou komen; hetzelfde gold voor de geldzendingen. De kleine bedragen, die dan ook naar Jhr. Flugi in Zwitserland werden geremitteerd, moeten feitelijk beschouwd worden als via niet-officiële wegen overgemaakte gelden.

Het was dan ook ten enenmale uitgesloten dat vanuit Londen (of de Verenigde Staten) d.w.z. buiten de blokkade, pakketten naar de politieke gevangenen konden worden gestuurd.

De mogelijkheid hiervoor zorg te dragen van binnen de blokkade was te Londen onbekend. De diverse Rode Kruis-verenigingen hadden gezamenlijk een Inter-allied Red Cross-Committee gevormd, waarvan voorzitster was miss S. J. Warner, director of the Foreign Relations Department van het Britse Rode Kruis, terwijl de heer van Harinxma thoe Slooten vice-voorzitter was. Wekelijks kwam dit comité bijeen en steeds weer werd dit punt naar voren gebracht. Spreker weet dan ook zeer zeker, dat tot September 1944 (over de latere periode kan hij niet oordelen) ook het Noorse Rode Kruis te Londen niet wist, hoe de Noorse politieke gevangenen in Duitse concentratiekampen van Rode Kruis-pakketten werden voorzien.

Wat het tweede punt betreft, moet Baron van Harinxma verwijzen naar de Commissie-Cleveringa. Met de verzorging van landgenoten in Spaanse kampen of gevangenissen heeft hij nimmer enige bemoeienis gehad; dit ressorteerde onder de gezant te Madrid, over wie de voornoemde commissie eveneens heeft te rapporteren.

Spreker wijst er echter op, hoe uitermate moeilijk de samenwerking met het volkomen pro-Duitse Spanje in die jaren was. Tot de bezetting van „onbezet Frankrijk” in November 1942 bestond de mogelijkheid, zij het ook, dat deze met grote moeilijkheden ging gepaard, Neder-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.