Pakkettenrapport Rode Kruis

Titel
Pakkettenrapport Rode Kruis

Jaar
1947

Druk
1947

Overig
Uitgegeven door het Nederlandse Rode Kruis, 1ed

Pagina's
172



39

teerde Joden verzorgd is. Gegevens hierover vinden we in het rapport van de heer Ferwerda,. regeringscommissaris voor de repatriëring.

De betreffende dienst was opgericht voor de repatriëring van alle Nederlanders in Europa buiten Nederland. De politieke gevangenen en gedeporteerde Joden vormden hiervan slechts een klein onderdeel.

In het bovengenoemde rapport wordt' vermeld, dat behalve de dienst voor repatriëring, zich nog twee lichamen met deze zaak bemoeiden, n.1. de UNRRA en de SHAEF (§). Hierdoor heeft de repa-triëringsdienst een groot deel van zijn werkzaamheden over moeten laten aan deze instanties. Zo ook de repatriëring van alle z.g. „verplaatste personen” uit vroegere vijandelijke gebieden, waar alleen de SHAEF voor zou zorgen. Van de SHAEF was toezegging ontvangen dat aan de repatriëring van politieke gevangenen en gedeporteerde Joden voorrang zou worden verleend.

Voor het feit, dat er klachten over de Nederlandse hulpactie zijn gehoord, geeft de heer Ferwerda de volgende verklaring: In de periode tot half Juni 1945, toen voornoemde regeling van de SHAEF van kracht was, kon door het Belgische en Franse Rode Kruis in ruimere mate materiaal beschikbaar gesteld worden als dit van Nederlandse zijde het geval was. Alle materiaal in Nederland was n.1. door het Militair Gezag gereserveerd voor hulpacties voor westelijk Nederland. Er wordt echter op gewezen, dat de repatriëring van de Nederlanders, ondanks verschillende moeilijkheden, even snel beëindigd is als de repatriëring van Fransen en Belgen.

Het is met bovengenoemd rapport al niet anders dan met reeds eerder besproken officiële rapporten: Men heeft zijn uiterste best gedaan en de klachten zijn slechts een gevolg van misverstand en onwetendheid! Maar ondanks alle tegenwerpingen in het rapport van de heer Ferwerda ontkomt de commissie niet aan de indruk, dat de klachten over de repatriëring ten opzichte van de Nederlandse repa-triëringsdienst toch niet zonder grond geuit worden. In dit verband moge de commissie nog een typerend geval naar voren brengen: Bijlage 40. De heer Boellaard vermeldt n.1. de volgende zeer onaangename ervaringen: Als vertrouwensman, van de Nederlanders te Dachau vertrok hij op 11 Mei 1945 naar Nederland om hulp te halen. Op 14 Mei d.a.v. had hij een bespreking met het repatriëringscomité Ferwerda te Oisterwijk, waarbij hem bleek, dat er voor het klaarmaken van t daadwerkelijke hulpverlening nog niets gedaan was. Hij drong aan op spoed en gaf het comité enkele dagen tijd om hulp te organiseren. Bij onvoldoende resultaat zou hij zich gedwongen. zien zijn eigen weg te gaan. Op 18 Mei was de heer Boellaard, overeenkomstig de afspraak, weer in Oisterwijk om de resultaten van de hulpactie te vernemen. Tot zijn verontwaardiging en teleurstelling was van het comité niemand aanwezig, doch was slechts een bericht achtergelaten, dat enige Rode Kruis-auto’s zouden vertrekken. De leden van het comité, inclusief de heer Ferwerda, waren naar Londen of elders vertrokken voor een Pinkster-weekend! Hierop heeft de heer Boellaard zich tot Z. K. H. Prins Bernhard gewend. Door de verkregen steun van deze zijde en

(§) UNRRA = United Nations Relief and Rehabilitation Administration. SHAEF = Supreme Headquarters of the Allied Expeditionary Forces.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.