Pakkettenrapport Rode Kruis

Titel
Pakkettenrapport Rode Kruis

Jaar
1947

Druk
1947

Overig
Uitgegeven door het Nederlandse Rode Kruis, 1ed

Pagina's
172



hierop ontvangen werden, weinig of geen verheldering. De commissie kan geen feitelijke weerlegging van de gewraakte verzuimen concluderen.

Het is uiteraard niet met zekerheid vast te stellen of het Departement van Sociale Zaken door bovengenoemde feiten — het nalaten om iemand naar Stockholm te zenden, de weigering om de betreffende telegrammen te verzenden, het onvoldoende inlichten van het Departement van Buitenlandse Zaken — een reddingskans heeft laten voorbijgaan, die, ware deze benut, in dit geval beslist geslaagd zou zijn. De commissie is evenwel van oordeel, dat er in elk geval een reële kans heeft bestaan, gezien het feit, dat er nog in de laatste weken voor het einde van de oorlog Noren werden geëvacueerd. Ondanks de tegengestelde verklaringen van oud-minister van den Tempel is de commissie van mening, dat de genoemde verzuimen en nalatigheden van onze Lon-dense autoriteiten, in dit geval met name van de heer de Groot, er voor een groot deel- de oorzaak van zijn, dat deze kans niet is benut.

Het lijkt de commissie van belang hierbij op te merken, dat gedurende de tijd, waarin zich de laatst besproken gebeurtenissen afspeelden, de heer van den Tempel geen minister van Sociale Zaken meer was, en reeds opgevolgd was door de heer Wijffels.

Het zij nog gememoreerd, dat korte tijd na de mislukking van deze evacuatiepoging ten gunste van Nederlandse gevangenen, door bemiddeling van Graaf Bernadotte de te Ravensbrück geïnterneerde vrouwelijke politieke gevangenen naar Zweden geëvacueerd werden (22 en 25 April 1945), reden te meer om aan te nemen, dat soortgelijke pogingen zijnerzijds inzake Bergen-Bels.en, Sachsenhausen en andere kampen tot resultaat geleid zouden kunnen hebben, mits men te Londen meer belangstelling en activiteit ten opzichte van deze reddingsmogelijkheden had getoond. De commissie merkt hierbij op, dat bij een eventueel slagen van de evacuatie de beruchte dodenmars uit Sachsenhausen, althans voor wat de Nederlanders betreft, en die op 21 April begon, was voorkomen.

Bijlage 21. Volgens de heer Dentz stond het geval Bergen-Belsen niet op zich zelf. Iedere hulpactie, die door hem of anderen op touw werd gezet, was tot mislukking gedoemd. Als hoofdoorzaken noemt hij: gebrek aan verantwoordelijkheid, gebrek aan belangstelling, duplicatie en triplicatie van instellingen, meningsverschil omtrent de competenties en algemene traagheid. Deze symptomen ontmoette hij bij haast alle Londense instanties, uitgezonderd bij Baron van Pallandt op het Departement van Buitenlandse Zaken, waar deze, ook naar zijn oordeel, zeer actief was.

Men zou nog kunnen aanvoeren, dat de bevrijding van de concentratiekampen geschiedde in de tijd, dat Nederland bevrijd werd en men daar alle aandacht op geconcentreerd had. Toch meent de commissie, dat bij een goede voorbereiding en intense samenwerking met de medegeallieerden dit geen bezwaar zou zijn geweest om een effectieve hulpactie te organiseren.

Hoofdstuk 5-e. Repatriëring na het einde van de oorlog. Uiteraard heeft de commissie het meeste interesse voor de wijze, waarop de repatriëring van politieke gevangenen en gedepor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.