dat de Godheid Zijn wil aan een heel volk van buiten af, dus heteronoom heeft geopenbaard. Dat weten we. Maar niet te aanvaarden is het, wanneer gepoogd wordt die ontkenning van de heteronome openbaring met het Jodendom te vereenzelvigen. Want zou het met het Jodendom aldus gesteld zijn, dan zou het nooit in deze zelfde vorm gedurende 3 5 eeuwen in wezen onveranderd zijn blijven bestaan, en dan zou het allang ten offer zijn gevallen aan alle mogelijke wereldbeschouwingen, waarmee het op zijn lange weg werd geconfronteerd. Het heeft altij d verzet geboden tegen de levensbeschouwingen van de tijd en heeft daarin zijn kracht en behoud gevonden. Zoals het Joodse volk in zich zelf een onvergankelijk karakter heeft ontdekt - want steeds gold het: Und dennoch sind wir da - zo weet het dit ook aanwezig in zijn ideeënleer belichaamd in zijn gods-dienstcultuur. Een bewijs daarvan. Ergens in de uithoek van de wereld leefde eeuwenlang een Joodse stam vrijwel zonder contact met hun broeders elders. Ik bedoel de Jemenieten. Maar toen het contact tot stand kwam en de Jood uit Warschau of Wilna of Amsterdam zelfs de Jemenieten en hun godsdienst leerde kennen, zagen zij tot hun verbazing of misschien wel niet tot hun verbazing dat het diezelfde Joodse godsdienst was.
De weg van de meeste weerstand
Het Jodendom is geen lichtvaardige godsdienst. Het
47