neringdoenden, veehandelaars en marskramers, zowel uit Amsterdam als de mediene afkomstig, al in de eerste helft van de 19de eeuw de grondslagen gelegd van bloeiende bedrijven. Wat de vaders waren begonnen, werd door de zonen in familieverband voortgezet en op deze manier ontstonden in de 20ste eeuw Joodse winkel-, handel- en industrie-organisaties van groot formaat, waarvan sommige zich zelfs tot wereldconcerns zouden ontwikkelen.
Ook het geestelijke leven van de Joodse bevolking onderging door de emancipatie een diepgaande wijziging. Het richtte zich nl. hoe langer hoe meer op de Westerse ideeënwereld. Vooral de gegoede Joodse burgerij maakte gebruik van de openstelling van alle instituten voor onderwijs om haar kinderen een echte mooie Europese opvoeding te geven! De resultaten daarvan werden al spoedig merkbaar door het toenemend aantal Joden dat in de wetenschap en in de vrije beroepen werkzaam was. Tevens kregen welgestelde Joden, die nu ook het kiesrecht bezaten, geleidelijk meer aandeel in het politieke leven.
Omgang met niet-Joden
In het maatschappelijk verkeer kwam er ten gevolge van de vele zakelijke aanrakingspunten ogenschijnlijk wat meer toenadering tussen beide groepen. Maar diep ging dit niet. Immers van niet-Joodse zijde meed men,
18