Andere Joodse centra in Nederland
Toch stak er in die verheerlijking een onrechtvaardigheid tegenover de vele grote en kleine steden in de Republiek, die de Joden even gastvrij hadden toegelaten. Ook daar waren Jodenbuurtjes ontstaan onder dezelfde gunstige voorwaarden als in de hoofdstad. De Amsterdamse Joden, prat gaande op hun aantal en Joodse instellingen, mochten dan wel uit de hoogte spreken over „die medienejoden”, d.w.z. die Joden van het platteland, maar iedere mediene-gemeenschap was voor zijn bewoners een Mokum in het klein, een even veilige haven als Groot-Mokum.
De aanwezigheid van Joden gaf noch in Amsterdam noch in de mediene aanleiding tot ernstige moeilijkheden. De Joodse groep, die trouwens als een deel van het Joodse volk beschouwd werd en aldus de „Joodse natie” heette, leefde zijn eigen leventje, al bestond er een beetje economisch contact met de overige bevolking. Bovendien was men in de Republiek over het algemeen te verdraagzaam om aanstoot te nemen aan de afwijkende godsdienst, zeden en gewoonten van dit vreemde bevolkingselement. Leven en laten leven was overal het parool. Last mochten de Joden natuurlijk niet veroorzaken ! En met name bij hun broodwinning moesten zij het niet wagen de gildebepalingen te overtreden; daartegen werd terdege gewaakt. Maar overigens aanvaardde de openbare mening in de Republiek rustig het feit
16