MEJ. C. EITJE
DE JODEN IN NEDERLAND HUN GESCHIEDENIS EN HUN INVLOED (26 april 1959)
Amsterdam als Joods centrum
Als vóór de 2de wereldoorlog een Jood sprak over Groot-Mokum wist iedereen dat hij daarmee Amsterdam bedoelde. Want al is mokum een doodgewoon Hebreeuws woord dat eenvoudig plaats betekent, er bestond maar één „Groot-Mokum”, nl. Amsterdam, de plaats bij uitnemendheid!
Waar werd in Europa een stad gevonden, die sinds het begin van de 17de eeuw tot drie maal toe een stroom van Joodse vluchtelingen had toegelaten? Waar elders kon al in de 18de eeuw een Joods proletariaat leven zonder de voortdurende angst plotseling verjaagd te worden? En hoe werden zij daar behandeld? Amsterdam sloot zijn Joden niet op binnen een ghetto en als zij zich niettemin in één wijk vestigden was dit uit vrije verkiezing. In de Jodenbuurt werd aan de uitoefening van hun godsdienst geen strobreed in de weg gelegd. En bovenal: In Amsterdam stond iedere Jood onder de bescherming van de wet en het recht. Geen wonder dus dat men in de Joodse wereld vol trots en vertedering Amsterdam „Groot-Mokum” noemde.