Uit de geschriften van opperrabbijn Tobias Tal

Titel
Uit de geschriften van opperrabbijn Tobias Tal

Jaar
1954

Overig
Redactie: opperrabijn Justus Tal

Pagina's
142



digd. Zoo bedoel ik het niet. Het geldt hier geen huisraad, het geldt hier een familieschat, waarop ik toevallig heden opmerkzaam werd gemaakt. Het is een antiquiteit, waaraan voor mij persoonlijke dierbare familie-herinneringen verbonden zijn.”

Jonas Rothenburg bedacht zich even. Als die man zoo sprak, zou hij er misschien wel tweehonderd gulden, ja, wellicht wel driehonderd gulden voor geven. Daarmede kon hij, als hij verhuisd was, een klein zaakje beginnen. Dat mocht hij niet weigeren, ter wille van zijne kinderen niet weigeren ...

— „Heer da Fonseca”, sprak hij, „ik heb achting voor Uwe gehechtheid aan de nagedachtenis Uwer voorvaderen. Ik zou wellicht er toe kunnen overgaan, het familiestuk U af te staan. Doch weet, dat ik dit niet mag doen voor een kleinigheid; dan gave ik het nog liever ten geschenke. Ik kan er echter moeilijk toe besluiten, U, als ware het boek een koopwaar, een prijs er voor te vragen....” En terwijl hij dit zeide, stond hij op, nam mij uit de kast — hij gevoelde niet, hoe ontroerd mijne bladen waren — en reikte mij ter inzage aan den Heer da Fonseca over. Deze nam mij met eerbied ter hand en las de woorden op het schutblad neergeschreven, terwijl alle drie aanwezigen in zonderlinge spanning hem aanzagen. De heer da Fonseca knikte vergenoegd bij het lezen. „Ja, ja, juist zooals men mij gezegd heeft, Jitschak Aboab, Saul Morteira, Menasse ben Israël...” Na eenige oogenblikken legde hij het op tafel. „Heer Rothenburg”, sprak hij, „ik weet, dat ik met een hooggeacht en aanzienlijk koopman spreek, voor wien duizend gulden een kleinigheid is. Ik heb eerbied voor U en voor dit kleinood mijner familie. Ik vraag u dus, of gij de goedheid wilt hebben, mij dit boek, dezen Uwen familieschat, voor tienduizend gulden af) te staan? ...”

Jonas Rothenburg gaf geen antwoord. Hij kon niet. Het was, als draaide het vertrek met hem om; als moest hij zich onmiddellijk nederwerpen voor den Eenigen Eeuwigen God, tot wien hij gisteravond gebeden had. Het was, als voelde hij plotseling zijne ziele smelten, smelten tot een stroom van tranen...

Hij bedwong zich, nam mij op, las met een onbeschrijfelijke aandoening de woorden op het schutblad en reikte mij toen zwijgend

79

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.